Door Jan Hens
Alvorens tot de spannende en schrikwekkende avonturen over te gaan wil ik eerst toch even de deelnemers, allen afkomstig uit Heist-op-den-Berg en omstreken, voorstellen.
Den Torfs
Tom Torfs alias, ‘den Torfs’: maniakaal brein met een voorliefde voor ingewikkelde elektronische constructies. Heeft een speciale band met Italiaanse fietsenmakers. Is niet alleen technisch-wetenschappelijk, maar ook kunstzinnig aangelegd. Als hij niet bezig is met het bedenken van wiskundige modellen imiteert hij graag de David van Michelangelo. Plannen voor een fotoreportage rond dit onderwerp worden voorlopig afgewimpeld door de Belgische media.
De Boris
Jan De Ceuster, alias ‘Boris’: handelaar in ijzerwaren en in zijn vrije tijd is hij diep geïnteresseerd in toiletten over de grenzen heen. Zijn favoriet: het Franse toilet. Beheerst hiervoor ook een ongekende techniek. De geruchten gaan dat hij 2 twaalfvingerige darmen heeft die zorgen voor het nodige anale geweld. Is ook aan het gaan voor een diploma als 'professor in de gatologie'. Zijn eindwerk zal gaan over het feit dat volgens hem 90% van het voedsel gevaarlijk is voor de afloop.
De Krikke
Chris Van Der Auwera, alias ‘De Krikke’: de tolk van dienst, al sprak hij geen Italiaans. Maar volgens hem is Spaans ongeveer hetzelfde. Smokkelt graag voedingswaren. Inwendig is hij een man van staal, uitwendig vooral één van lange ledemaatharen. Droomt luidop van ‘lange-ledemaatsharen’ als nieuwe olympische discipline. Kenners zeggen dat er geen twijfel bestaat dat België dra nog eens een gouden olympische medaille mee naar huis brengen. Verder is deze man ook zeer sterk in het beschilderen van muren allerhande. Hiervoor gebruikt hij geen borstel, maar zijn eigen mond. Voorwaar klasse!!
De Jakke
Jan Van Roosbroeck, alias ‘de Jakke’: heeft steeds een eigen mening en al zijn haar mag uitvallen als hij hier moet aan toegeven. Heeft het soms te warm en soms te koud; begint te zagen als de deur te lang blijft openstaan. Na een avond bier consumeren heeft hij steeds ‘haarpijn’. Slaapt om duistere redenen graag alleen in de tent en kent absoluut het verschil niet tussen geiten en schapen. Is van nature uit werkschuw.
De Jaak
En dan is er ook nog de laatste, Jan Hens alias ‘Jaak’ voor de vrienden en diegene die dit stukje proza heeft geschreven: heeft een mond met vele mogelijkheden. Steeds heeft deze persoon dorst en is hij ook gefascineerd door bolvormige lichaamsdelen. Kent wèl het verschil tussen geiten en schapen.
Allen hebben deze personen hetzelfde doel: Rome bereiken en zoveel mogelijk
kunnen OVERGAAN TOT DE ORDE VAN DE DAG!!!
Dag 1, zaterdag 16/7/2005
Van Heist naar Firenze
Om 7.30 heeft Raf, een hovenier uit Heist die van tijd ook wel graag eens een pintje drinkt, ons en de fietsen weggebracht naar de luchthaven van Charleroi. Tijdens de rit werden we meerdere malen bruusk gestoord door een nieuwsuitzending op de radio. Gelukkig hadden we techniekers aan boord (Jakke-Torfs) die dit euvel konden verhelpen. Elk topje hebben ze hiervoor 23 keer moeten indrukken, al dan niet in combinatie met elkaar. Raf overweegt nu een nieuwe radio aan te schaffen aangezien hij momenteel alleen nog maar het streeknieuws van Denderwindeke te horen krijgt.
Na de nodige stress op de luchthaven hebben we dan maar ontbeten. De bediening trok op niks en het broodje was droog. De sluwe Boris had dit alles reeds goed bekeken en besloot dan maar als ontbijt een Grimbergen van het vat te drinken.
Om 10.50 vertrok onze vlucht naar Pisa. Op het vliegtuig werden de spauwzakjes
onmiddellijk door de Krikke in beslag genomen; een gewaarschuwd man is
er twee waard… Toen we net in de lucht waren ging Boris ook eens voor turbulentie
zorgen. Het vliegtuig wordt momenteel nog hersteld.
Op het vliegtuig verkocht men ook een soort bier, Amstel genaamd. Torfs
en ik besloten dit brouwsel aan een degustatie te onderwerpen, de Jakke
keek met argusogen toe en besloot dat dit geen bier kon zijn.
Bij het aankomen in Pisa bleken onze fietsen in goede staat van het vliegtuig te zijn gekomen, alleen Boris had wat problemen met zijn voorwiel en den Torfs zijn voorste rem was kapot. We moesten dus een fietsenmaker zoeken, maar dat zou in Firenze ook wel lukken.
In het centrum van Pisa aangekomen te zijn besloten we eerst een ticketje voor de trein naar Firenze te gaan kopen, kwestie van voorbereid te zijn. Aangezien we nog wel enkele uurtjes tijd hadden konden we naar de scheve toren van Pisa gaan kijken. Mooi was dit wel, maar al die mensen die met hun handen diezelfde grap maakten was wel redelijk ergerlijk. We kregen dan opeens de geniale inval om voor de eerste keer op Italiaanse bodem over te gaan tot de orde van de dag. Een geschikt terrasje werd gevonden in het centrum waar er geen self service toegelaten was, laat dat duidelijk zijn. We bestelden 5 grote bieren en betaalden de ronde som van 30€. Boris liet van zijn kant weten dat hij liever op het terras ernaast had gezeten aangezien daar mooie jonge deernes rondliepen. Het zouden de laatste niet zijn…
30 € teddekkele
Na deze kater van 30 € vonden we dat we ook voedsel nodig hadden om de innerlijke mens te versterken. Hiervoor moet je in Italië zijn in de COOP, vergelijkbaar met den Unic (RIP) of de Nopri (RIP) in België. Na goed voorzien te zijn namen we de trein naar Firenze. Hier geen problemen, behalve dan dat de Krikke zijn zonnebril op de sporen was gevallen, hij heeft hem nog wel kunnen redden.
Firenze is een prachtige stad met een rijk verleden. Voor we naar een camping gingen zoeken, vonden we toch dat we nog een aantal culturele bezienswaardigheden moesten gaan bezoeken. Zo hebben we een ‘fietswandeling’ gemaakt langs de Duomo met de doopkapel van Da Vinci, de Ponte Vecchio, allerlei pleinen en als belangrijkste hoogtepunt, de David van Michelangelo, of toch een replica ervan. We waren zwaar onder de indruk van dit beeld en het heeft ons dan ook voor de rest van de reis blijven beïnvloeden, vooral Torfs kon hier in het begin niet van zwijgen en had een idee om op onze eigen manier een ode te brengen aan dit kunstwerk.
Ons voorbeeld
Tijdens onze tocht door Firenze kwamen we ook nog een aantal zingende Hare Krishna-mensen tegen. De Jakke was zwaar onder de indruk van de ongelooflijke schoonheid van hun gezangen. Bijna had hij zijn koerskledij vervangen door zijn badhanddoek en was hij toegetreden tot de sekte. Op het laatste moment konden we hem nog overhalen bij ons te blijven en de fietstocht verder te zetten. Met pijn in het hart nam hij afscheid van dit idyllisch tafereel.
Op de eerste camping waar we naartoe gingen hadden we direct geluk, plaats genoeg, maar we moesten nog wel iemand van het personeel zijn banden gaan oppompen want die sukkelaar had ne platte band en geen pomp. Maar het was een camping met een prachtig uitzicht. We waren gelegen op een heuvel naast Firenze en hadden zo dan ook een prachtig zicht op de oude stad. Vooral in het donker maakte dit wel indruk.
’s Avonds hebben we spaghetti gegeten met wijn. Torfs en Krikke besloten om als degustiefje nog een Grappa te drinken, een heerlijke Italiaanse sterke drank, maar gevaarlijk voor het lijf. Boris is van mening dat dit gevaarlijk is voor den afloop. Hierna gingen we dan naar de bar van de camping om nog iets te drinken. Nog voor we aan tafel zaten, was Boris al verdwenen en zat hij andere campinggasten te overzagen. Spijtig genoeg hebben we hier maar 1 biertje kunnen drinken, want de bar sloot nogal vroeg. Jammer, maar zo konden we de dag erna tenminste met een fris hoofd aan onze tocht beginnen.
Prachtig uitzicht vanop de camping
Dag 2, zondag 17/7/2005
Van Firenze naar Siena: 92 km
’s Morgens waren we volledig klaar om aan de tocht te beginnen. Ook de kunstzinnigheid was nog niet uit het lijf verdwenen, want Boris deed een achterwaartse David van wel 3 minuten lang en ikzelf deed een halve David.
Terwijl de Krikke de tent van de Jakke aan het afbreken was waren Jakke en Torfs bezig een tijdelijke oplossing te zoeken voor de voorste rem van de fiets van den Torfs. De Jakke had hier de halve nacht van wakker gelegen en het resultaat mocht er wezen. Met behulp van een rekker hadden de twee heren een remconstructie gemaakt die volgens hen zeker zo goed was als het origineel.
De remconstructie
Uiteindelijk vertrokken we richting Siena. Na eerst een aantal kilometer verkeerd te zijn gereden kwamen we dan toch op de voorziene route uit. Ikzelf had een schitterend kaarthoudertje op mijn fiets dat echter na 5 km door de Jakke compleet verwoest werd. Een grote ramp is dit niet aangezien ik niet de grootste kaartlezer ben, sommigen kennen daar wel wat verhalen over.
Het was een zware rit, bloedheet, vele beklimmingen, veel zweet, veel
drinken, harten die een aantal slagen misten. Iets na de middag kwamen
we met het zweet in de bilnaad aan in het dorpje Greve waar we wat krachten
konden opdoen. Allen aten we een lasagne op een gezellig terrasje. Boris
dronk 3 grote cola’s, hierna heeft hij dat nooit meer gedaan. Ook de Jakke
had het met deze daad zeer moeilijk en kon er niet goed van over.
Op een bepaald moment werd onze aandacht echter getrokken door een
standbeeld op de hoek van dit plein. Het woord ‘komkommer’ schoot als eerste
door onze gedachten. Een David konden we realistisch uitbeelden, bij dit
standbeeld was dit niet het geval en dat zou het ook nooit worden.
Het komkommerbeeld
Een uurtje later zaten we alweer op de fiets op weg naar Castellini, gelegen hoog boven op een heuveltop. Wederom was het een zware en warme rit. Onderweg kwamen we een wijnproeverij tegen waar we 2 flessen Chianti hebben buitgemaakt. De vrouw die het aan ons heeft verkocht was ongetwijfeld onder de indruk van onze knappe en frisse verschijning maar toch vond ze het gek dat wij nog helemaal naar Siena moesten fietsen die dag. Rare mensen, die Italianen.
In Castellini aangekomen gingen we een verfrissende kreem eten. Een beetje suiker kan nooit kwaad, zo vlak voor we het laatste stuk naar Siena gingen fietsen.
In Siena zaten we op een vrij rustige camping tussen Hollanders en een
jong, Frans gezinnetje. Er was ook een zwembad, maar dit was spijtig genoeg
gesloten. Hier moet zeker en vast gemeld worden dat er op deze camping
Franse toiletten waren, een droom ging voor Boris in vervulling…
Na de eerste zware dag moesten we natuurlijk een stevige maaltijd tot
ons kunnen nemen, een maaltijd met ruggengraat en dat laatste mag je letterlijk
nemen. We hebben dus pasta met vis uit blik gegeten. Spijtig genoeg zat
er nog wat ruggengraat in de vis wat niet echt smakelijk was.
Iets na het eten waren we bezig met een bekertje wijn te degusteren
en kregen we bezoek van een merkwaardig creatuur: een worm met poten en
grote ogen! Erg gek waren we niet van dit dier en daarom besloten we maar
naar de bar te gaan, die spijtig genoeg gesloten was… een diepdroevig einde
van een leuke avond.
Dag 3, maandag 18/7/2005
Van Siena naar Lago Trasimeno: 84 km
Toen we ’s morgens wakker werden was het zwembad blijkbaar geopend. Spijtig genoeg was het volk dat er in zat net iets minder aantrekkelijk. Een paar kinderen en een dragonder was het enige dat we hebben gezien.
Eerst zijn we Siena binnengereden om voor Torfs een fietsenmaker te zoeken om een nieuwe rem te laten monteren. Eerst dacht hij nog verder te rijden met zijn zelfgemaakte remconstructie maar uiteindelijk heeft hij dan toch zijn verstand gebruikt. In Siena zijn we fruit gaan kopen voor onderweg. We hadden zin in appels maar blijkbaar waren ze niet erg vers, eigenlijk zagen ze er zowat uit als de billen van de dragonder die we die ochtend in het zwembad hadden zien dobberen.
In Siena moet je naar de Piazza del Campo gaan: een groot plein met een grote toren en een knappe fontein. Een kans voor Boris om een David te doen in de fontein! Volgens de literatuur en ondergetekende een zeer knap plein, de Jakke vond er echter niets speciaals aan. Er was ook nog een Duomo te zien maar deze stond spijtig genoeg in de stellingen. Het was wel een ideale plaats om al een deel van ons fruit op te eten alvorens we richting Lago Trasimeno reden en ook wel een beetje om nog wat na te praten over de mooie verschijning die we vlak daarvoor hadden gezien aan een terrasje.
Fruit in Siena
Vlak na Siena volgde een rit naar Asciano en eerst moet je dan door ‘La Crete’, een zeer dor en droog landschap waar de boeren het zeer moeilijk mee hebben en wij ook wel een beetje. Er was zeer weinig schaduw en het was er verschrikkelijk heet. Daarbij komt ook nog dat het er bij momenten wel zeer steil was. Onderweg was er een wegomlegging die Boris dacht te omzeilen door gewoon rechtdoor te rijden. Hij werd echter teruggefloten door een waakzame wegenwerker. Het pad dat we hier moesten volgen was misschien goed voor auto’s (meer pk dan benen), maar voor fietsers was het nogal aan de ‘stuikse’ kant, maar kom we hebben het overleefd.
Ondertussen waren we tot het inzicht gekomen dat het misschien geen slecht idee zou zijn om vanaf dan elke namiddag, zo rond 14 à 15 uur een pitstop te houden. Deze keer was dat dus in het dorpje Asciano. We vonden er een gezellig terrasje waar, zoals in elk café in Italië, allemaal oude mannen zitten die niks drinken, een bizar verschijnsel waarvan ik hoop dat dit nooit naar België overwaait. Naast ons zat ook nog een Hollands koppeltje en als klap op de vuurpijl kregen we ook nog een Heineken te drinken!
Na Asciano volgde een steile klim naar Trequanda waarna uiteraard een afdaling was, richting Sinalunga. Aangezien we nu toch een steile klim hadden gedaan besloten we dat we alvorens verder te rijden naar Lago Trasimeno misschien eerst even nogmaals moesten overgaan tot de orde van de dag in Sinalunga. Hier op het terras dachten we dat we een Italiaans varken zagen, het bleek echter gewoon een dikke Italiaan te zijn.
Tijdens het laatste, lange stuk naar Lago Trasimeno kwamen we onderweg een mooi boerderijtje tegen waar een schaap haar jong aan het zogen was. Misschien zaten er nog wat schapen, maar het grootste deel van de dieren op dat erf waren geiten. Of er moesten schapen bestaan met een grote witte sik onder hun knep. Volgens Jakke waren het schapen, volgens de rest waren het geiten. Het werd een discussiepunt voor de rest van de reis.
Toen we aan Lago Trasimeno aankwamen was het al donker, we waren redelijk
uitgeput en stierven zowat van de honger. Maar het geluk was aan onze kant:
het restaurant van de camping was nog open. Hier kregen we direct frieten
en toastjes van een Hollander die respect voor ons had. Hij was zelf namelijk
ook een fietser en hij dacht wel dat wij honger hadden dus kregen we zijn
overschotjes. Zowaar een leuke Hollander! Blijkbaar waren er wel meerdere
Hollanders op de camping, want een deel van de kinderanimatie die bezig
was, gebeurde in het Nederlands. De animator verdiende volgens ons dan
ook een micro in zijn gat! Spijtig genoeg mochten sommige kinderen ook
een liedje komen zingen, waarom is mij nog steeds een raadsel.
Memorabele momenten: er was nog veel ‘salaat’ over, maar de Krikke
had naar eigen zeggen geen honger meer. Uiteindelijk is hij er toch zoals
een hongerige wolf aangevlogen en heeft hij nog een halve kilo sla in zijne
goemmer geslagen. Er was ook een knap serveuzeke en dat had Boris opgemerkt!
Toen de Krikke in zijn beste Italiaans ‘Il conto per favor’ vroeg, voegde
Boris er onmiddellijk nog ‘and your telephone number’ aan toe. We hebben
haar daarna nooit meer terug gezien…
Voldaan hebben we dan onze tenten opgezet en nog wat wijn en grappa gedronken. We merkten ook tot onze grote vreugde dat er een tienermeisjeskamp naast ons was, zowaar een ideaal moment om een David te doen voor de eerste maal deze reis. Torfs, Krikke en ikzelf hebben vervolgens een driedubbele synchrone David gedaan aan de tent, niet voor beginners! Toevallig begon het toen ook te regenen… zou het een met het ander te maken hebben??? Krikke en Torfs hebben de rest van de Grappa nog soldaat gemaakt, het streaken was nabij maar gelukkig was er net niet genoeg Grappa.
Stukje Lago Trasimeno
Dag 4, dinsdag 19/7/2005
Van Lago Trasimeno naar Assisi: 73 km.
Om al het kwaad uit zijn lijf te krijgen heeft Torfs ’s morgens een skinny dip in het meer gedaan. Bewoners van de streek komen nog altijd niet buiten tussen 22 uur ’s avonds en 9 uur ’s morgens en de afdeling traumatische ervaringen van het plaatselijk hospitaal kent gouden tijden!
Als ontbijt hebben we overheerlijke ham met eieren en tomaten gegeten op een bank bij het meer. Een mens zou voor minder romantisch beginnen te worden.
Spek met eieren en tomaten
Het eerste deel tot aan Perugia ging enorm vlot. We moesten een groot
deel langs het meer volgen en een stukje parallelweg volgen richting Perugia
en uiteindelijk was dit redelijk vlak. Iets na de middag stonden we voor
Perugia, dat zoals de meeste dorpen en steden in die streek, op een heuvel
ligt. We hadden honger, maar wilden toch graag de stad bezichtigen. Wat
volgde was een serieuze klim op het warmste moment van de dag, zeker één
van de zwaardere momenten van de reis. Gelukkig had den Torfs een binnendoor
gezien op de kaart die iets steiler was, maar waar wel minder verkeer was…
Bijna hadden we daar onze geest gelaten want het was een verdomd stuiks
stuk dat praktisch onmogelijk te doen was met de fiets, er was wel geen
verkeer, dat wel.
Toen we boven kwamen keken de mensen ook nogal verwonderd naar ons.
Het was een moeilijke klim, maar het zicht op het uitkijkpunt was adembenemend.
We hadden van daar ook een prachtig zicht op de berg waarop Assisi is gebouwd
en wat ons eindpunt van die dag was.
Om onze ‘beer’ te stillen zijn we gaan lunchen in een American Bar. Torfs, Jakke en ikzelf hebben een hamburger gegeten en Krikke en Boris een zéér magere banana split. Uiteraard werd er bij deze maaltijd bier gedronken. Boris was wel wat pissed off door die triestige banana split en heeft weerwraak genomen op de American Bar door het heuske te bezoedelen.
Perugia
De verdere rit naar Assisi verliep vrij vlot. We vonden een camping
aan de voet van de ‘berg’ waar Assisi op ligt. Toen we aankwamen op de
camping kregen we een plaats vlak naast een bekend koppel, namelijk de
mensen waar we op de camping in Trasimeno ook al naast hadden gelegen.
Zag ik daar een vlaag van ontgoocheling in hun ogen?
Er was in ieder geval ook een zwembad, dé ideale manier om het
lijf te verfrissen na een zware dag. Torfs en ik gingen er als eerste in,
de Krikke kwam iets later. De badmeester wees ons er echter op dat we een
badmuts moesten dragen en dat we die konden kopen voor 2 €. De badmuts
stonk en was veel te klein, het gevoel dat de hersenen versmacht werden
was nooit veraf. Toen de Jakke en Boris in het zwembad kwamen moesten ze
geen muts dragen aangezien hun hoeveelheid haren toch niet de moeite was
om ze af te schermen. Het was ook 10 jaar geleden dat de Jakke in een zwembad
was geweest, hij vindt een zwembad maar een vieze bedoening en hij krijgt
daar koud van.
Voor het avondmaal had de Krikke de hele camping rondgelopen en het
enige geschikte dat hij vond was een schommelbank. De Jakke was hier echter
niet mee akkoord en na 5 minuten verder zoeken had hij een ganse tent gevonden
waar banken en tafels instonden, speciaal voor trekkers. Zou de Krikke
naar een oogmeester moeten gaan? Uiteraard aten we weer pasta, is er iets
beters? Maar de saus dient hier wel extra vermeld te worden. Deze bevatte
ajuin en stinkkaas die al 3 dagen in de Krikke zijn bagage had gezeten.
We doopten het gerecht een ‘Assisisch Spauwpotje’, voorwaar een lekkernij
in het betere restaurant of om het met de Jakke zijn woorden te zeggen:
‘in het begin smaakt het zuur en naar spauw maar als ge daar door bent
is het overheerlijk’.
Na deze voedende maaltijd zijn we dan maar bier en wijn gaan drinken
in de campingbar, waar een zeer knappe verschijning achter de toog stond.
Dag 5, woensdag 20/7/2005
Van Assisi naar Narni Scalo: 82 km
Na een deugddoende nachtrust - in mijn geval weer naast de Krikke met zijn volgens mij vleeskleurige onderbroek - namen we een taxi richting Assisi. Dit religieus stadje moest toch zeker door ons, vroom als wij zijn, bezocht worden. We waren wreed content dat we ervoor gekozen hebben om dit te doen met een taxi en niet met de fiets, want het was weer steil.
Daar aangekomen hebben we eerst de kathedraal van Sint-Franciscus bezocht, het is te zeggen iedereen behalve de Boris. Zijn motto is namelijk: ‘als ge 1 kerk vanbinnen hebt gezien, hebt ge ze allemaal gezien’. In dit geval ga ik echter niet echt akkoord want het was echt wel iets speciaals. Het waren namelijk 2 kathedralen boven elkaar, waarom weet geen mens. Er lagen ook nog resten van Sint-Franciscus zoals zijn sloefen, zijn kleed vol mottebollen, nog sloefen, zijn laatste kleed en zijne paternoster als ik mij niet vergis.
De kathedraal van Sint-Franciscus
Van al deze heiligheden kregen we weer honger en was het dus hoog tijd
voor een goed ontbijt in het centrum van Assisi. Op weg naar het centrum
viel het ons toch wel op, buiten dat de straatjes erg steil waren, dat
religie hier nooit ver weg is, veel erger dan in de rest van Italië.
Overal liepen nonnetjes en paters en er waren veel winkels waar ze pastoorskleren
en dergelijke verkochten. Ik heb nog steeds spijt dat ik geen kleed heb
gekocht.
Als ontbijt namen we stukken pizza en Boris en ik dronken hier nog
graag een Guinness bij, Torfs een pils, de rest vind ik de moeite niet
waard om te vermelden.
We namen een taxi terug tot bij de camping, sprongen op onze fiets en begonnen aan de rit naar Narni Scalo, maar eerst moest er nog wel gewinkeld worden. Zoals gewoonlijk bleven Boris en ik buiten bij de fietsen wachten en hier hebben we zelfs een nonnetje gezien die WC-papier had gekocht. We keken goedkeurend toe.
Van de rit naar Massa Martana kunnen we het volgende zeggen: het eerste deel was zeer vlak en dus maakten we goede vorderingen. Onderweg hebben we een picknick gedaan aan een tankstation. Na dit stuk was er nog een lange klim en afdaling tot in Massa Martana. Torfs en ik hebben hier ook (in de afdaling) een nieuw afkoelingssysteem gevonden voor de ijverige fietser. Hoe dit juist in zijn werk gaat moet ge maar eens aan iemand van ons vragen als we aan de toog staan. Een tip: het heeft iets met uw broek te maken! Zelden zo een frisheid gevoeld als toen!
In Massa Martana gingen we een terrasje doen want dit hadden we andermaal
verdiend. Ikzelf had het nodig want in volle afdaling was er een spankabeltje
in mijn rem gevlogen en ben ik bijna al mijn tanden kwijt gespeeld.
Op het terrasje zaten weer allemaal oudere mannen die niets dronken
(ik hoop nog steeds dat ze daar hier ook geen gewoonte van maken, waar
gaat het naar toe?!?). Zelf hebben we daar ieders 2 pinten van 66cl gedronken,
de eerste was een Italiaanse pils, de tweede spijtig genoeg Heineken. De
cafébazin hare frigo was hierna leeg (authentiek!)! Het was zwaar
om terug te starten maar uiteindelijk kropen we goed aangevezen op onze
fiets om het laatste stuk te fietsen richting Narni. De hele tijd
moesten we een spoorweg en de snelweg volgen. Het was echter duidelijk
dat de drank het beste uit ons had gehaald en onderweg hielden we dan ook
een pitstop om te schoven. Naast de snelweg hebben we een Cavallonneke
geslacht en wat koeken gegeten. Om onszelf nieuwe moed te schenken en de
groepsgeest te versterken hebben we dan ook een driedubbele synchrone David
gedaan en Boris als toemaatje een natte helikopter.
Terrasje in Massa Martana
Toen we in Narni Scalo aankwamen waren we zeer moe en het was al bijna
donker. De camping was nog een heel eind verder en dan moesten we ook nog
een stuk klimmen. We besloten van in een hotelletje naast de baan te overnachten.
We hebben eerst eens goed gedoucht en in adamskostuum rondgelopen met de
kamerdeuren wagenwijd open, er zaten toch geen andere hotelgasten op onze
verdieping. ’s Morgens echter ontdekte Torfs dat er camera’s in de gang
hingen… De hoteluitbaters gebruiken deze beelden nu om te verhinderen dat
hun kinderen zomaar in het wilde weg door het hotel liggen te lopen…
We konden in het hotel zelf eten, alles behalve pizza. Zo laat op de
avond smaakt alles goed, alleen spijtig dat de frieten van Krikke en Torfs
pas na het eten geserveerd werden. En de Krikke is al zo’n hongerige mens,
hij kon er niet mee lachen. Maar het moet wel worden gezegd, het meisje
dat in de keuken stond mocht gezien worden.
’s Nachts was het bloedheet in de kamer. Slapen was dus ook niet echt
gemakkelijk, niet in het minst door het gesnurk van Boris. Jakke: ‘en
dan denk je: nu kan het niet harder meer en dan doet hij het toch’.
Na deze legendarische woorden is Jakke naar de badkamer gegaan, heeft daar
nog wat staan mompelen, is met zijne kop tegen het raam gebonkt en heeft
zichzelf omgekeerd in zijn bed gelegd.
Dag 6, donderdag 21/7/2005
Van Narni Scalo naar Lago Bracciano: 75 km.
Eerst zijn we gaan shoppen in de Lidl, Boris en ik bleven buiten wachten,
geen noemenswaardige activiteiten te melden.
We moesten eigenlijk direct beginnen te klimmen en dit vraagt toch
wel voor brandstof in het lichaam, dus hebben we ontbeten ergens langs
de kant van de weg. Er stond vanalles op het menu: spek met eieren, worst,
ander vlees, koeken, fruit, tijgercake. Die laatste was een cake met chocolademousse
in of iets dergelijks. Als je hem opat ging hij langzaam naar je maag om
daar te verdubbelen van grootte en gewicht en om vervolgens als een blok
te blijven liggen. Als ik er nu nog aan denk keert mijn maag zich nog steeds
om.
In ieder geval waren we nu wel (min of meer) klaar om de klim en de
afdaling te doen tot in de Tibervallei.
Nadat we eerst waren verkeerd gereden zijn we aangekomen in Civita waar we uiteraard een terrasje hebben gedaan, het was weer nodig. Uiteraard hebben we hier bier gedronken, moet het nog gezegd worden. Jakke heeft hier nog eens gepronkt met zijn massa borsthaar, Boris is in slaap gevallen en ikzelf ben erin geslaagd een kersentomaat in mijn neus te steken. Krikke en Torfs waren gewoon hun ranzige zelf.
Een massa borsthaar
Het centrum van Civita was redelijk oud en vervallen. Ooit was dit volgens
ons een mooi dorpje, maar nu heerst er armoede. De deuren en ramen zijn
al jaren niet meer geschilderd, het is er niet echt proper en de mensen
hangen maar wat uit hun venster naar knappe jongens op fietsen te loeren.
Oud en vervallen telde spijtig genoeg ook voor het achterwiel van den
Torfs, in het centrum brak er namelijk een spaak in zijn wiel. Gevolg:
wiel paraplu en een speurtocht naar de volgende fietsenmaker.
We waren goed op weg naar Rome, maar we dachten dat het beter was, ook
al voor onze portemonnee, dat we eerst nog een nacht elders doorbrachten.
Het Bracciano-meer leek ons een uitgelezen plek.
Torfs stelde zijn veelgeprezen GPS in en weg waren we. Tien kilometer
na Civita kwamen we uit op een 4-vaksbaan, geen autostrade maar toch niet
echt aangewezen om er met de fiets op te rijden. Het probleem was dat we
aan de andere kant moesten zijn en op de plaats waar we nu stonden konden
we niet oversteken. Blijkbaar hadden die Italiaanse wegenwerkers onlangs
grote blokken in het midden gezet zodat we er niet door konden. Torfs is
dan even een weggetje gaan verkennen een beetje verderop en hij had een
doorgang gevonden, enig nadeel was dat het een privé-terrein was.
Aangezien we geen zin hadden om 10 km terug te rijden zijn we dan via het
privé-terrein naar een brug gereden een beetje verderop. Toen we
net op het terrein reden, toch altijd spannend, waren we nog aan het zwanzen
dat we betrapt gingen worden en dat wilde honden in onze kuiten gingen
bijten. Twintig seconden later zien we opeens een hoop witte wolfshonden
op ons afkomen. Tijdens de ganse reis hebben we zo snel niet gereden: de
Krikke is daar zijn fles met water kwijt gespeeld, maar dat was een detail,
de Jakke kreeg een witmarmeren kleur op zijn gelaat en zelfs Tom Boonen
zou hier eraf gereden zijn. De Jakke riep maar: ‘rijn mannen, rijn’,
de broek bleef er niet proper bij. Gelukkig voor ons was er op een gegeven
moment een draad gespannen zodat de honden niet tot bij ons konden geraken.
Eerlijk gezegd denk ik niet dat het goed had gekomen als die honden tot
bij ons zouden zijn geraakt.
Na een aantal kilometer en nog met de daver op het lijf zijn we dan
aangekomen bij een camping aan het meer.
Memorabel gesprek in de speurtocht naar een camping:
Jakke: is dees camping ni goe?
De rest: nee
Jakke: waarom ni?
Jaak: hebben we nog wijn?
Jakke: nee, geloof ik.
Jaak: Is er op dees camping ne winkel?
Jakke: Nee
Jaak: Awel dan
Einde gesprek, geen discussie meer over deze camping.
Maar uiteindelijk is het toch goed dat we wat verder zijn gereden want het was een schitterende camping. Er was een speciaal plekje voor fietsers met een afdakje (verlicht!), een tafel en stoelen: ideaal met andere woorden!!! Op de camping had je ook een schitterend zich op het meer, met een ondergaande zon! Alleen spijtig van die oudere man in zijn tijgerslip…
Ons eigen stekje
Het avondeten was om in de boekskes te zetten: uiteraard pasta met een schitterende saus met kaas, paprika en aubergine. Die avond zijn er ook 6 flessen wijn soldaat gemaakt, voor 4 € per fles hadden we er nog meer moeten drinken. Het licht onder het afdak was toch ook niet echt gezellig (neonlampen) en dus hebben we maar zelf een vuurtje gemaakt met behulp van olijfolie. Vuurkenner Jakke heeft dit op zich genomen, het resultaat mocht er wezen.
Olijfolievuur
Dag 7, vrijdag 22/7/2005
Van Lago Bracciano naar Rome: 53 km
Ontbeten hebben we deze keer niet gedaan ergens langs de kant van de weg, maar wel aan onze eigen tafel. Tijdens het eten merkten we opeens een bevallige verschijning op die iets later de afwas ging doen. Volgens mij is iedereen 2 keer zijn eetgerei gaan afwassen. Hygiëne boven alles!
In het achterwiel van Torfs was nog steeds een slag en met de kilometer
werd dit erger en erger. Volgens de gids was er in één van
de dorpjes aan het meer een fietsenmaker. Terwijl Torfs en Jakke bij de
fietsenmaker waren is de rest een terrasje gaan doen. Ook al was het nog
maar halfelf of zo, we moesten toch niet veel kilometers doen, dus er zou
bier gedronken worden. De garçon kwam terug met twee flessen pils
van 66cl, voor drie man!!! Toen we zeiden dat we een fles de man dronken
stond het ongeloof in zijn ogen. Prutsers!
De velg van Torfs was gebarsten en ze werd door de fietsenmaker voorlopig
opgelapt, genoeg om nog tot in Rome te geraken en in België nog thuis
te geraken.
Het laatste stuk naar Rome was, zoals gewoonlijk, nog wat klimmen en nog wat dalen. Onderweg kwamen we trouwens 2 tegen, de eerste had een kort rokje aan en mocht best gezien worden maar 20 meter verder kwam haar vriendinnetje eraan met een grote bidon water op haar hoofd. Deze laatste is het volgende uur zowat het enige gespreksonderwerp geweest, een schoonheid zonder naam…
Op 13 km van Rome zijn we ons laatste goedkope terrasje gaan doen. Twee biertjes van 66 cl hebben we hier gedronken, en God zag dat het goed was. Om God te bedanken hebben we dan ook maar wat kerkliederen gezongen. Dit kwam zo: de Jakke zat een paar dagen daarvoor aan het Trasimeno-meer met kerkliederen in zijne kop. Op den duur hadden we het allemaal zitten en zijn we dan maar het ‘Lam Gods’ beginnen te zingen. Het blijkt nu dat Boris een geweldige paus kan nadoen, die krakerige, gebroken oudemannenstem past hem als gegoten.
Blijde intrede in Rome
Het eerste dat we hebben gedaan toen we Rome binnenreden was langs Vaticaanstad rijden. Vrome Christenen als we zijn moesten we hier toch wel eens geweest zijn. Het St.-Pietersplein is groot, zeer groot, maar de veiligheidsmaatregelen of het protocol zijn op zijn minst belachelijk. We stonden er met onze fietsen wat foto’s te trekken en iets daarna kwam de politie zeggen dat je niet met fietsen op het plein mag. Volstrekt belachelijk, maar het is nu zo hè.
Het Sint-Pietersplein
We hadden ook wel zin om die immense basiliek eens te bezoeken, we waren
hier nu toch. Torfs en ik trokken een lange broek aan boven onze koerskledij
en Jakke dacht dat hij zo wel zou binnen geraken. De Krikke had dit al
eens gezien en de Boris krijgt het speen van de binnenkant van een kerk.
Toen we aan de security kwamen keek die met een gezicht naar de Jakke
van ‘denkt nu toch eens na, senior’. Groot is het allemaal wel, maar toch
ook wel een tikje erover.
Een hotel vonden we aan de stationsbuurt voor een schappelijke prijs.
Vlak naast het hotel was een kebab volgens het bord aan de gevel. Het bleek
echter om een Indiër te gaan. Deze man was in staat om 2 mensen tegelijk
in de ogen te kijken, met andere woorden hij zag zo scheel als een otter.
Het eten zelf was echter niet slecht, net genoeg om te kunnen overgaan
tot de orde van de dag.
De goesting voor dit laatste was dan ook enorm groot. We gingen via
enkele bezienswaardigheden naar het centrum van Rome. Aan de Trevi-fontein
stond spijtig genoeg veel te veel volk om Boris zijn ‘five minutes of fame’
te geven, maar wie zou er nu in dat gebouw aan die fontein wonen? We zullen
het nooit weten. Iets verderop vonden we een pub waar ze Guinness hadden
en bier voor een schappelijke prijs, een ideale plek met andere woorden.
Dag 8, zaterdag 23/7/2005
Rome
Nadat we uitgeslapen waren vertrokken we naar een ander hotel. De dag ervoor was dat zo afgesproken en uiteindelijk was dit hotel veel te chic voor ons, we hadden graag iets ranzigers gehad. Zo gezegd, zo gedaan. Het hotel waar we naartoe gingen was volgens zijn brochure zeer mooi en verzorgd, maar ik denk dat de foto’s 20 jaar geleden getrokken zijn. Een op maat gepast hotel voor ons met andere woorden. We kregen een kamer voor 5 personen (30 €pp), het beloofde nog een knusse en gezellige nacht te worden.
Nadat we geïnstalleerd waren en klaar om Rome te verkennen gingen we eerst op zoek naar een ijzerwinkel voor bolletjesplastiek en bruin (= tape, cfr. Tante Annie). Het geluk stond aan onze kant want binnen het half uur hadden we onze bolletjesplastiek en ons bruin. Nog net op tijd, zo bleek, want iets daarna gingen al de winkels dicht en waarschijnlijk niet meer open tot maandag.
Over het middageten kunnen we kort zijn: op een terras aan een kiosk kreeg ieder om beurt een koude lasagne.
En dan cultuur: het colosseum, het Forum Romanum, heel dat oude Rome,…
Het is fantastisch om daar te staan, op de bakermat van onze westerse beschaving.
Maar het leek mij wat rommelig. 600 jaar geschiedenis op een vierkante
kilometer, nog niet zelfs. Intelligent moment: we stonden bij een triomfboog
en den Torfs dacht dat die daar gezet was door Napoleon. Hij ging dit rap
nakijken in zijn Trotter en de bouwdatum was…..100 na Christus.
Aangezien we dan toch blijkbaar niet zo goed zijn in cultuur gingen
we maar dat doen waar we echt goed in zijn: op staminee gaan. Het was tijd
voor onze eigen versie van ‘1000 terrassen in Rome’ bestaande uit bier
+ wijn + sigaren + pizza + Lam Gods. Meer uitleg hoeft daar niet bij, me
dunkt.
Het Colosseum
’s Avonds hebben we ons, ter afscheid van Rome, neergezet op de trappen
van Piazza Spagna, een plek waar de jeugd bijeenkomt om elkaar binnen te
doen. Aan een kraampje kochten we wat blikken Heineken en dan konden we
volop geilen naar al het moois dat ons voor de ogen kwam. Er liep daar
ook een rond die de mensen aan het schrikken bracht door zijn ogen
te laten uitpuilen, vies maar doeltreffend!
Bronstig op de trappen |
Uitpuilende ogen |
Toen we voldaan terug naar het hotel gingen bleek de metro niet meer
te werken en moesten we te voet terug naar het hotel. In een lange tunnel
ergens in Rome hebben we dan een Lam Gods gezongen uit volle borst. Het
resultaat was beter dan dat ge in de kerk op de Pijpelhei hoort.
In het hotel hebben we voor het slapen gaan nog een synchrone David
gedaan met de ganse groep. Dit was een primeur! Boris zorgde ook nog voor
een nieuwigheid door dit al liggend te doen!!! Enkel voor gevorderden!
Dag 9, zondag 24/7/2005
Van Rome naar België
We moesten met de fiets naar de Ciampino luchthaven rijden, ongeveer
16 kilometer. Aangezien we onze fietsen nog moesten demonteren en inpakken
konden we beter op tijd vertrekken, om 6.00 uur opstaan en om 6.30 vertrekken.
De ochtendlijke hygiëne moest tot een minimum beperkt worden.
Op zondagochtend is Rome een veel rustigere en aangenamere stad, je
hebt niet constant het gevoel dat dit wel eens uw laatste momenten zouden
kunnen zijn. We waren dus vrij snel aan de luchthaven. Het laatste stukje
hebben we gereden langs de oude Via Appia, mooi maar slecht om te fietsen.
Toen het vliegtuig net was opgestegen was Boris al aan het zagen dat hij naar het gemak moest. Toen we onze gordels mochten uitdoen was dit dan ook het eerste wat hij deed. Nog nooit een mens met zo’n actief darmstelsel geweten.
In Charleroi regende het, zoals verwacht. We moesten door dit weer nog
7 km rijden naar het station van Charleroi. Waarom maken ze geen station
aan de luchthaven???
Aan het station namen we de trein richting Leuven om daar ne frit te
eten en over te gaan tot de orde van de dag, met trappist deze keer.
Groen van verlangen naar frit en trappist kwamen we aan in Leuven. Onze
aandacht werd eerst wat afgeleid door vrouwen in strakke pakjes die beachvolleybal
aan het spelen waren aan het station.
Alle fritkoten waren gesloten (grrrr) maar er was nog wel een kebab
open, een echte deze keer. Met onze beer goed gevuld konden we dan aan
het station een trappist gaan drinken…. Zelden smaakte een trappist zo
goed, ook al was het snertweer.
Het laatste glas...
En dan kwam het moment van afscheid, ieder ging zijn eigen weg….. het was mooi, jaja, het was mooi, ja. In totaal hebben we 476 km door Italië gereden. Welke vreemde avonturen staan ons volgend jaar alweer te wachten? We kunnen er alleen naar raden en nog een jaartje wachten.
Tot slot wil ik toch nog 1 ding duidelijk maken: HET WAREN GEITEN!!!!!!!
__________________________________
Antwerpen, augustus 2005