Door Yves Van Roosbroeck / Tom Torfs
Dag 1 – Zondag 19/12/2004
Natasha brengt ons (= Bert, Yves en Tom) weg naar de luchthaven, mooi op tijd. Onze vlucht van Brussel naar New York met Continental Airlines heeft 1 uur vertraging. Na 8 uur vliegen komen we aan in Newark airport. Omdat we onze aansluitende vlucht naar Costa Rica moeten halen hebben we maar 1,5 uur tijd – niet genoeg om New York City te bezoeken, maar wel voldoende voor een blitzbezoek aan Newark. We nemen een taxi naar het Penn Train Station in Newark. We wandelen door de winkelstraten van de Braziliaanse buurt. Drie jaar geleden waren Yves en Bert hier ook reeds. Alles is mooi versierd voor kerstmis. We drinken een cola en keren terug met de taxi.
In de luchthaven eten we “all American food” in een burgerbar. Om 17u10 vertrekt onze vlucht naar San José. We vliegen door de donkere nacht en zien de lichtjes van de Florida Keys. Na onze landing in Costa Rica nemen we een taxi naar het Nuevo Central hotel in het centrum van San José. Iedereen was er erg vriendelijk. Er staat een kerstboom met wel een miljoen lichtjes! We genieten van een welverdiende nachtrust.
Dag 2 – Maandag 20/12/2004
San José is erg modern vergeleken met Ecuador, Peru, Bolivia en Guatemala; meer zoals Buenos Aires of Santiago. We lopen door de straten en kijken naar de mensen en de winkels. Er zijn hier en daar ook marktjes.
Aan de horizon zien we een berg, gehuld in mist. In de stad regent het terwijl de zon schijnt, maar er zijn geen wolken te zien. De regen komt blijkbaar van de berg!
We installeren ons op een terrasje langs de belangrijkste winkelstraat en kijken naar de mensen. Er is zo te zien geen honger in Costa Rica, ofwel zijn er vele Amerikaanse toeristen. De bevolking bestaat grotendeels uit het hele spectrum van mengelingen tussen blank en indiaans, maar er zijn ook zwarten en Indiërs. Is Costa Rica de 51ste staat van de USA? Het lijkt wel zo…
We doen inkopen voor een tweedaagse jungle-trek. We wilden nog wel eens wat avontuur, want we hadden alle drie een partner nu, dus we beseften dat dit wel eens onze laatste reis samen zou kunnen zijn.
Het hotel Nuevo Central was proper, enkel hadden we last van nachtlawaai in de overdrukke winkelstraat. Het leek wel of al de 4 miljoen “Tico’s” in San José verbleven, misschien omdat men er zomervakantie heeft in December-Januari. Het land is slechts bijna twee keer zo groot als België.
’s Avonds gaan we op weg naar een Chinees restaurant. We lopen door de autovrije hoofdstraat. Er is heel veel volk en iedereen, vooral kinderen, gooien met confetti. Het is erg sfeervol. Het is warm en er valt nooit sneeuw in San José, dus maar confetti: de hele straat is wit!
Na het eten zoeken we de bar naast ons hotel op. We praten er met een Nicaraguaan. Er zijn veel Nicaraguaanse immigranten in Costa Rica. Velen van hen zijn werkloos of ze doen slechtbetaalde jobs.
Dag 3 – Dinsdag 21/12/2004
We nemen de bus naar Puerto Jiménez, in het zuidwesten van het land. We zitten achteraan, maar de bus is zodanig vol dat we toch nog weinig plek hebben. De chauffeur rijdt als een ontsnapte gek. Het is een lange busrit. Het valt ons al meteen op hoe groen Costa Rica wel is. Overal tropische planten! Ook veel bloemen.
Als we aankomen is het al donker. We zoeken even naar een hotel. Uiteindelijk checken we in bij Hotel Caroline, erg mooi. We eten nog iets bij een Chinees en zoeken ons bed op.
Dag 4 – Woensdag 22/12/2004
We bezoeken het kantoor van het ministerie van milieu in Puerto Jiménez, voor een vergunning voor een tweedaagse trip door het Corcovado National Park.
We internetten nog een beetje – communicatie met het thuisfront - en drinken een pintje.
Dag 5 – Donderdag 23/12/2004
Bij het krieken van de dag brengt onze chauffeur Pedro ons met zijn jeep naar Carate. Het is 1,5 uur rijden. Pedro spreekt enkel Spaans. Onderweg genieten we van een mooie zonsopgang. Pedro laat ons achter in Carate, er is niets.
Het is prachtig mooi weer. We wandelen langs het strand en zien ara’s en pelikanen. Even later duiken we het oerwoud in, maar bleven wel parallel lopen met de Pacific Coast. Er zitten capucijnaapjes die kuren vertonen voor ons, en ons dreigen aan te vallen. Pa komt een kleine verdedigen.
We wisselen af tussen kust en jungle. Kokospalmen domineren op het strand. Het is werkelijk prachtig op deze verlaten stranden, het lijken wel scènes vanop postkaartjes. Op het mulle zand is het wel zwaar om te wandelen in de verzengende zon.
We moeten het tij in het oog houden. Volgens ons onduidelijke schema wat we bij het ministerie gekregen hebben is het hoogtij om 12u48. Of was het toch 11u48? We moeten een uitstekende klif passeren. Er was blijkbaar een misverstand, en het was net hoogtij. We moeten halsbrekende toeren uithalen op de rotsen om niet te vallen, zwaarbeladen met onze rugzak en tent.
Nadat we deze hindernis overleefd hebben, moeten we even op adem komen. Dan lopen we verder naar een river crossing. De rivier heeft een brede monding, maar het pad voert een beetje landinwaarts. Dicht bij de zeemonding zitten er soms haaien, en in de rivier zitten er soms krokodillen volgens de Lonely Planet! Na slechts enkele tientallen meters landinwaarts gewandeld te zijn staat er een bordje: “Cross here”. De rivier is hier nog erg breed. Ons eerste gedacht is: no way! We zien enkele vissen springen. Tom gaat eerst, dan Bert, en dan Yves. We zetten ons verstand op nul. Er zitten grote vissen. Het water komt tot aan ons middel. We geraken heelhuids tot aan de overkant en slaken een zucht van opluchting.
We wandelen, met natte schoenen, verder tot aan de refuge “Sirena”. Kevin Bacon zat daar ook. Die was niet tot hier gewandeld, maar was met het bevoorradings-vliegtuigje gekomen. We zetten ons tentje op op een verhoogd platform (tegen de slangen). We zijn erg moe na deze wandeling van 20 km, eten en gaan slapen.
Dag 6 – Vrijdag 24/12/2004
We staan op om 5u30 en gaan om 6u op pad. Vandaag zullen we 20 km wandelen dwars door de jungle. Bij ons vertrek zien we een agouti. Aan het begin van het pad komt een colibrietje de laatste restanten van ons ochtendhumeur wegwerken. Dan brengen spinaapjes ons in een vrolijke stemming (een brulaap had ervoor gezorgd ervoor dat we niet overslapen waren).
Dan dreigt er onheil, want een 15-tal pecari’s blokkeert ons pad. Na klappertandend beraad besluiten ze niet aan te vallen, maar weg te rennen (en hoeven we dus niet in een boom te klimmen, zoals Lonely Planet aanraadt, oef!).
We zien ook nog raccoons en een vliegend blad. De tocht is zwaar en het is heet, 30 graden. Tom ziet toekans. We kruisen ook het pad van parasolmieren.
De laatste 5 km gaan bergop en bergaf via een modderig parcours. We rusten uit en eten chips. Enkele mieren nemen de kruimels van onze chips mee. We proberen een experiment en laten een groot stuk chips vallen. Een enkele mier vindt het grote stuk en gaat de anderen roepen. Een hele colonne mieren komt, samen tillen ze de chips op en voeren hem naar hun nest. Als ze een hindernis tegenkomen, wordt er een verkenner uitgestuurd om het transport in banen te leiden. Indrukwekkend!
Eindelijk komen we aan in Los Patos. Een jongen verwelkomt ons en zegt dat het nog 2 km is tot aan de “weg”. We rusten even en gaan dan verder tot aan de rivier. Pedro komt ons halen met zijn jeep, en we rijden de jungle uit dwars door de rivierbedding. We krijgen er gratis een rally-ervaring bij!
Onderweg zien we nog enkele gekleurde vogels. We arriveren uitgeput terug in Puerto Jiménez . We eten in ons hotel en drinken pina colada om kerstavond te vieren.
Dag 7 – Zaterdag 25/12/2004
Kerstmis. We hebben nog een extra dag in Puerto Jiménez, maar de meeste zaken zijn dicht. Een pizzeria is open, maar ze hebben geen pizza, enkel rijst met bonen (het nationale gerecht). Nochtans staat er in grote letters “pizza” op de deur.
Tom neemt een duik in de Golfo Dulce en Bert en Yves kijken toe. Er is een kerstmarkt aan de kust. We drinken er iets, Tom probeert een kokosnoot met een rietje.
Dag 8 – Zondag 26/12/2004
We staan vroeg op, het is nog donker, om de bus terug naar San José te nemen. De terugrit is gelijkaardig als de heenrit. We kopen meteen een busticket naar Monteverde.
In een internetcafé vernemen we het nieuws van een zware aardbeving in Azië met veel doden. We drinken een pintje bij de Chinees – uiteindelijk staan er wel 20 lege flesjes op tafel. Dan keren we terug naar ons hotel en slapen.
Dag 9 – Maandag 27/12/2004
De bus naar Santa Elena vertrekt in de namiddag. Het is weer 5 uren in de bus, voor wat toch een relatief korte afstand is. Het laatste stuk is een slechte weg, wat een bewuste keuze is van de gemeenschap in Monteverde.
Het is donker bij onze aankomst in Santa Elena. Er wachten geen “touts” aan het busstation. We vinden een slaapplaats in hotel Cabanas Marina, maar er is enkel plaats voor 1 nacht. Het hotel wordt uitgebaat door een vriendelijke madam.
Dag 10 – Dinsdag 28/12/2004
We verhuizen naar het hotel Monteverde Paraiso, ook al uitgebaat door een vriendelijke madam. Het ligt een beetje buiten het centrum.
Er valt veel regen, bij een blauwe lucht. We bevinden ons hier kort bij de “continental divide”, de scheidingslijn tussen de Pacific en de Atlantic.
We bezoeken een vlindertuin. Een Amerikaan geeft er een erg interessante inleiding met tarantula’s, kevers, schorpioenen, Chagas kevers, insecten in het algemeen. Daarna krijgen we een rondleiding in de vier kooien met vlinders, van een Amsterdammer. De eerste kooi bevat voornamelijk de mooie morpho-vlinders. Ze leven ongeveer twee weken. De tweede kooi bevat kleinere vlinders die zes maanden leven. In de derde kooi zitten vlinders met transparante vleugels. Twee dagen geleden hebben twee mensen die zich voordeden als biologen daar vele vlinders gestolen. In de vierde kooi heeft de wind een enorm gat gemaakt in de netten en bijna alle vlinders zijn ontsnapt. Dan krijgen we nog uitleg over verschillende soorten mieren, erg interessant na ons experiment met de mieren!
We bezoeken ook een kikkertuin. Er zitten mooie pijlgifkikkertjes. Ze zijn soms moeilijk te vinden in de terraria, dus in de echte jungle nog moeilijker. Ze hebben mooie kleurtjes. Er zit er ook een slang in de kikkertuin om overtollige kikkers op te eten. De kikkers zijn nocturnale dieren, en zijn dus overdag weinig actief. We mogen ’s avonds terugkomen.
We eten een lekker avondmaal in Morpho’s restaurant.
Dag 11 – Woensdag 29/12/2004
We nemen een busje naar Santa Elena National Reserve. De rit duurt slechts 30 minuten. Regen, regen en nog eens regen. Het is een erg mooi tropisch woud, veel vochtiger dan in Corcovado. Er groeit veel mos, het is eigenlijk een nevelwoud. Het ligt op 1700 meter hoogte, vlakbij de continental divide. Het regent de hele tijd. Na 2,5 uur wandelen hebben we weinig dieren gezien: een rupsje, een vogel en een slak!
We bezoeken een “sky walk” op 500 meter van het reservaat. Voor deze kleine jungletocht betalen we 20 US$ per persoon. Het pad bevat 8 bruggen die door de boomkruin van het oerwoud gaan. Dit geeft een heel ander zicht! Yves heeft wat last van hoogtevrees. De bruggen gaan soms echt volledig boven de bomen, erg hoog! We zien weer capucijnaapjes. Intussen nog altijd regen, regen, regen.
Om 13u nemen we het busje terug naar Santa Elena village. We eten bij Morpho’s, internetten, en dan platte rust (en voor sommigen ook platte kak).
Het weer wordt beter, maar ’s avonds is er terug erg veel wind. Bijna een orkaan, het lijkt wel of de wereld aan het vergaan is. Hier was het storm, en in Azië was het dodental al opgelopen tot 77000 zielen!
Dag 12 – Donderdag 30/12/2004
We nemen een jeep-boat-jeep transport naar de vulkaan Arenal. Er is veel mist onderweg en we vrezen of we de vulkaan wel te zien zullen krijgen.
We komen aan in La Fortuna, aan de voet van de Arenal, maar de berg is niet te zien. Dan doen we maar een terrasje (om te schuilen voor de regen). We blijven daar zitten tot laat en drinken wel 20 pinten (van 33 cl). De vulkaan is nog steeds niet te zien als we gaan slapen.
Dag 13 – Vrijdag 31/12/2004
Nog steeds geen vulkaan te zien, dus nemen we een minibusje naar Tamarindo. Een Amerikaanse aan boord replikeert op een aap aan de kant van de weg “I have a banana!”.
In het kustplaatsje Tamarindo zijn alle hotels volzet, mede doordat de locals massaal naar hier afzakken om nieuwjaar te vieren. We vinden toch nog plaats in een luizig hotel, waarvoor we een exorbitant bedrag moeten neertellen.
Het is goed weer en er is veel volk. We eten en trekken dan naar het strand om nieuwjaar te vieren. Er is een massa mensen verzameld op het strand. Iedereen (wij inclusief) drinken meegebracht bier. Er wordt massaal vuurwerk afgestoken, de sfeer is geweldig. Om 1 uur zoeken we ons hotel op.
Dag 14 – Zaterdag 1/1/2005
We staan vroeg op en trekken in de voormiddag naar het strand. De zon is erg agressief. Op de middag drinken we een pina colada. We regelen een uitstap voor ’s avonds om een reuzeschildpad te zien eieren leggen op het strand, en ook onze bus terug. De organisatie van de schildpaddenexcursie is erg verwarrend, uiteindelijk kunnen we toch mee. Maar zijn we nu bij groep 1 of groep 2? Er komt uiteindelijk geen schildpad opdagen en we gaan teleurgesteld terug.
Dag 15 – Zondag 2/1/2005
Bert en Yves nemen de bus terug naar San José. Tom blijft in Tamarindo voor een herkansing om een schildpad te zien. In Liberia moeten we 4 uur wachten, wat we opvullen met internetten en een terrasje. Dan nemen we de bus naar San José en overnachten terug in het vertrouwde Nuevo Central hotel.
Ondertussen is Tom ingecheckt in een propere, gezellige en betaalbare jeugdherberg. ’s Avonds krijgt hij dan toch een reuzeschildpad te zien die eieren komt leggen op het strand, een indrukwekkend schouwspel!
Dag 16 – Maandag 3/1/2005
Bert en Yves nemen de bus van San José naar Puerto Limon aan de Atlantische kust. Tom doet het hele traject Tamarindo – Puerto Limon (van de ene kust naar de andere) in één dag.
Puerto Limon is de enige haven van Costa Rica, de economische levensader waarlangs bijna alle goederen het land binnenkomen of verlaten. Het is een groezelige zeemansstad, waar we ons ’s avonds niet echt op ons gemak voelen. We gaan iets eten in een Chinees restaurant en trekken ons dan terug op onze hotelkamer.
We regelen via ons hotel ook nog de taxiboot om morgen naar het Tortuguero National Park te varen, de voornaamste reden waarom we hier aan de oostkust zijn. Het park is alleen bereikbaar via boot of vliegtuigje, er zijn geen wegen naartoe.
Dag 17 – Dinsdag 4/1/2005
We worden met een minibusje naar de vertrekplaats van de taxiboot gebracht. Onderweg nemen we ook nog een lading passagiers van een passerend cruiseschip mee. Voor velen van hen is Puerto Limon het enige wat ze van Costa Rica te zien krijgen. Geen wonder dat ze met een niet bepaald rooskleurig beeld van Costa Rica hun cruise verder zullen zetten…
Eenmaal op de boottocht over het inlandse kanalen-netwerk, parallel met de Atlantische kust, krijgen we een heel ander beeld van dit stuk van Costa Rica te zien. De natuur is hier prachtig mooi. We zien krokodillen, leguanen, slangvogels en zelfs een luiaard (wiens activiteitsgraad we grappend vergelijken met die van onze vriend Jan, de broer van Yves).
Af en toe passeren we langs riviermondingen en zien we de bruisende branding van de Atlantische Oceaan. Bij slecht weer zijn deze boottochtjes niet zonder risico, een jaar geleden zijn hier enkele Belgen omgekomen bij zo’n monding toen hun boot kapseisde tijdens stormweer.
Het weer aan de Caraïbische kust is makkelijk samen te vatten: het hele jaar is hier één lang regenseizoen. De droge dagen zijn hier op één hand te tellen. Het is dan ook niet verrassend dat het halfweg onze boottocht naar Tortuguero begint te regenen en de zeilen van de boot dichtgemaakt worden. Spijtig voor het mooie uitzicht..
Als we aankomen in Tortuguero is het gestopt met regenen. De “hoofdstraat” van het dorpje is ongeveer een meter breed, het is hier immers volledig autovrij.
We eten iets in een gezellig restaurantje en trekken ’s avonds naar de lokale discotheek, aan de waterkant. Zoals overal hier wordt Bob Marley grijsgedraaid. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de grote hoeveelheid Jamaicaanse immigranten hier.
Erg laat maken we het niet want we moeten er vroeg uit…
Dag 18 – Woensdag 5/1/2005
Om stipt 5 uur ’s morgens vertrekken we voor een kanotocht door het nationale park. Dat is de beste manier om vele dieren te zien, in tegenstelling tot de lawaaierige motorboten die sommige andere toeristen gebruiken.
Het is net licht en vanop de stilte in onze kanoboot ademt het park een ongelooflijk serene en mooie sfeer uit.
Het wordt een mooie en zonnige dag, wat een te koesteren zeldzaamheid is hier. We hebben ongelooflijk geluk daarmee, want bijna alle dieren verlaten nu hun schuilplaatsen om te komen genieten van de zon.
We parkeren onze kano en gaan aan wal in de jungle. Na veel zoeken van onze gids vinden we een veelkleurig giftig boomkikkertje, een van de typisch Costa Ricaanse soorten en een beetje een nationaal symbool hier. Yves is in de wolken, en Tom lukt het om met een geïmproviseerde statief-constructie een mooie foto te maken van het beestje.
Even later krijgen we een otterfamilie te zien, erg uitzonderlijk volgens onze gids. We genieten met volle teugen van al het moois. Tesamen met onze jungletocht door Corcovado eerder, beseffen we dat dit een hoogtepunt van onze reis is.
We nemen de boot terug naar Puerto Limon. Onderweg zien we nog vele waterschildpadden genieten van de zeldzame zon.
’s Avonds drinken we nog iets in een groezelige bar in de buurt van ons hotel. Op de terugweg worden we lastiggevallen door een hysterisch krijsende bedelaarster… we zijn blij als we het metalen hek van onze hoteldeur achter ons kunnen sluiten. Een gezellige stad is Puerto Limon toch niet bepaald.
Dag 19 – Donderdag 6/1/2005
We brengen een kort bezoek aan de markt en een park in Puerto Limon. Bij daglicht geeft de stad een aangenamere indruk. Dan stappen we terug op de bus naar San José.
Aangekomen in San José boeken we nog een autootje voor 2 dagen, om nog wat sightseeing in de buurt van San José te doen.
Dag 20 – Vrijdag 7/1/2005
Met onze auto maken we een uitstap richting zuiden. We rijden door de oude hoofdstad, Cartago. Er staat een mooie basiliek. Men heeft indertijd de hoofdstad verhuisd naar San José omdat Cartago telkens vernield werd door aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Er zijn in Costa Rica dan ook bijna geen historische gebouwen terug te vinden, in tegenstelling tot sommige buurlanden.
We bezoeken een koloniaal kerkje, en een ruïne van een ander kerkje. Daarmee hebben we dan meteen een groot aandeel van de historische gebouwen van Costa Rica gehad. Dit is in de eerste plaats een land voor natuurliefhebbers, dat is duidelijk. We rijden doorheen koffieplantages. Hier rijpt het heerlijke zwarte goud van Costa Rica…
We beklimmen per auto de vulkaan Irazu. Deze vulkaan is vooral bekend omdat hij in 1963, tijdens een bezoek van president Kennedy nota bene, uitbarstte en een groot stuk van het land onder de as legde, tot San José toe.
De vulkaan zit in de wolken. Net als Arenal verbergt hij zich voor ons achter een mistige sluier… Heel even verdunt de mist voldoende om een wazig zich te krijgen op een van de twee kratermeertjes.
Dag 21 – Zaterdag 8/1/2005
We ondernemen nog een poging om een vulkaan te bezoeken. Vandaag rijden we noord-westelijk naar de vulkaan Poas. Deze vulkaan is extreem populair bij Costa Ricaanse gezinnen als daguitstapje.
Onderweg naar boven zien we nog een interessante nieuwe hondensoort: de blauwe poedel. Even later duiken we echter terug de mist in. De bewaker vertelt ons dat de vulkaan al drie weken continu in de mist zit. Boven zien we inderdaad niets, behalve een stoutmoedige eekhoorn. Het zit ons niet mee met de vulkanen, deze reis… gelukkig hebben de jungles van Corcovado en Tortuguero dit meer dan goedgemaakt!
Dag 22 – Zondag 9/1/2005
Onze laatste zondag in Costa Rica is een uitboldag, vooraleer we onze terugvlucht nemen. We bezoeken de zoo, waar we onder meer een luipaard zien. Die zitten in Costa Rica in het wild, maar worden bijna nooit gezien door mensen. Het is een beetje triest dit trotse beest hier opgesloten te moeten zien in een relatief kleine kooi…
Er zijn geen actieve spoorwegen meer in Costa Rica. Vroeger gebeurde alle transport van de haven Puerto Limon naar San José via een beroemde spoorweg dwars door de jungle. Na een aardbeving is deze vernield en niet meer hersteld, omdat het wegtransport economischer is. We volgen de oude treinsporen tot aan het treinmuseum. Spijtig genoeg is dit op zondag gesloten.
Dag 23 – Maandag 10/1/2005
We vliegen terug via Newark naar Brussel. Het is een erg mooie en interessante reis geweest, maar we zijn ook allemaal blij om terug in België aan te komen.
Zal dit voorlopig onze laatste reis samen geweest zijn, gezien onze veranderde familiesituaties? Time will tell… In ieder geval hebben we op deze en vorige reizen samen veel mooie dingen gezien en interessante ervaringen beleefd.