Dagboeknotities van een fietsreis langs de zuidkust van Engeland:
van Dover tot Land's End in 10 dagen

van 21/7 tot 1/8/2004

Door Jan Van Roosbroeck


 

Opzet

Engeland. Zo kortbij, zo anders en toch ben ik er nog maar een enkele keer geweest. Geen enkel buurland had ik zo lang verwaarloosd. En wat voor een buurland dan nog. Ooit waren de Britten immers de leiders van een heus wereldimperium. 'Waarom Engeland niet eens met de fiets verkennen ?', dacht ik. In een tiendaagse fietstocht volgden ik en Tom de zuidkust van Engeland. Van Dover tot aan het symbolische Land's End, het 'einde van het land'. Er zouden genoeg dingen te zien zijn. De af te leggen afstand bedroeg ongeveer 800 km, dus ongeveer 80 km per dag. Dit moest gemakkelijk te halen zijn, dachten we. Viel dat even tegen. Hieronder het relaas volgens mijn dagboeknotities.

Dag 1: de oversteek

Woensdag 21 juli, nationale feestdag in België. Met de fiets op de trein vertrek ik om 6.59 h naar Berchem. Het loket was nog toe. Ik hoef niet te betalen aan de conductrice, die mij doorverwijst naar het loket in Berchem. Om 8.10 h vertrekt daar de trein naar Lille Flandres. In Gent St. Pieters pikt Tom Torfs bij aan. Hij kwam vanuit Leuven rechtstreeks naar hier.
Onderweg, in Kortrijk, splitst de trein zogezegd. We moeten onze fietsen overladen naar 1 van de voorste 3 rijtuigen. De passagiers verhuizen ook. Het voorste gedeelte zit daarna bomvol. Maar er gebeurt geen splitsing en het achterste stuk rijdt leeg mee tot in Lille. 'Willen jullie nu eens een goeie mop weten ?' schertst de conducteur, 'De rest van de trein hangt er nog aan !'
Een derde, Franse trein brengt ons van Lille tot in Calais-Ville, onze eerste bestemming, waar we omstreeks 11.20 h aankomen.

De krijtrotsen van Dover heten ons welkom.

Eens uit het station wordt de bagage op de fietsen gemonteerd. Het begint te regenen. Op goed geluk en daarna met behulp van een stadsplannetje rijden we naar de haven, waar we nipt de check-in deadline halen. We rijden met onze fietsen tussen de auto's en vrachtwagens die aanschuiven om in te schepen met de P&O ferry naar Dover. Onze fietsen worden met een scheepstouw aan het dek verankerd. De ferry vertrekt om 12.30 h. Het wordt mooi weer.
Een uurtje later ontschepen we in Dover. We moeten de weg zoeken tussen druk vrachtwagenverkeer en daarbij nog eens links rijden. Even later vinden we de juiste weg naar Folkestone. Het landschap is erg heuvelend en we hebben mooi weer. Onderweg kleden we ons nog om naar koerskledij. We bewonderen nog een mooi uitzicht op Folkestone vlak voor de afdaling.

Een keienstrand in de buurt van Rye.

In Folkestone doen we inkopen. Daarna koersen we richting Hythe en New Romney. Hier wordt het vlak. Af en toe volgen we kleine binnenwegeltjes om de drukke kustweg te vermijden. In New Romney rusten we uit op een bank. Daarna verder richting Lydd - Rye. Het laatste stuk, iets voor Rye, rijden we langs een mooie, verlaten kustweg met een keienstrand in de avondzon. We houden halt bij een camping die ons 25 (!) pond kost. Van in Dover deden we 57 km. Om 5 h 's ochtends bestoken hongerige meeuwen onze afvalzak en ze houden ons uit onze slaap.

Dag 2: Rye - Brighton: 95 km

We breken onze tent op en rijden door tot in Rye, een gezellig historisch stadje op een heuvel. We rijden er door en daarna verder richting Hastings, waarbij we grotendeels de kust met keienstranden volgen. Iets voor Hastings volgt een steile klim en dito afdaling. Langs de dijk in Hastings vervolgen we onze weg. We eten een ijskreem op een bank en trekken verder. Dikwijls is er een bewegwijzerd fietspad (nummer 2, de South Coast Drive), maar dat houdt geregeld ook abrupt op. Onderweg ben ik het mikpunt bij de ontlasting van een overvliegendse meeuw: de guano is overal.

Onze rijwielen op Beachy Head.

We lunchen aan een strand aan Pevensay Bay, iets voor Eastbourne. In Eastbourne wordt het overtrokken, en wat later begint het eventjes te regenen. Maar van zodra onze regenkledij en beschermende hoezen bovengehaald worden, stopt het.
Voorbij Eastbourne volgt een stevige klim tot aan Beachy Head en de Seven Sisters, prachtige krijtrotsige uitstulpingen in de zee.

Bright Brighton by night.

Het laatste stuk tot in Brighton rijden we langs de drukke A259. Gevaarlijk maar er zijn weinig alternatieve wegen. In Brighton is een camping, het kost ons dit keer 12 pond voor onze tent. De camping is proper en verzorgd. We reden 95 km vandaag, met enkele zware beklimmingen. We zijn uitgeput, en inmiddels is het al bijna donker. We drinken onze 'evening Stella' als beloning.
's Avonds rijden we met de fiets tot aan de kitscherig verlichte pier, waar we aan een kraampje ons avondmaal eten en iets drinken in een bizarre karaokebar. Om 11.00 h sluit alles onherroepelijk, en gaan we dus maar slapen.
 
 

Dag 3: Brighton - Chichester: 68 km

Tot in Worthing volgen we de drukke kustweg. Soms is er opnieuw een fietspad. In Littlehampton, even verderop, doen we een terrasje op de dijk. Het is erg winderig en er is geen alcohol verkrijgbaar.
Daarna verlaten we de kust, en trekken via kleine binnenwegen richting Chichester. Soms is er toch nog erg druk autoverkeer. Onderweg houden we een picknick langs de kant van de weg. We brengen een bezoekje aan de kathedraal van Chichester met daarop volgend een namiddags biertje op een terrasje van een herberg: Guinness en Stella.
Op zoek naar een camping belanden we bij de toeristische dienst van Chichester. Die is gesloten 'wegens gebrek aan personeel', staat op een briefje dat aan de deur hangt. Even later vinden we een camping in de buurt.

Dag 4: Chichester - Salisbury: 117 km

We winkelen in groot warenhuis in Chichester, en gaan daarna op weg richting Winchester - Salisbury. Het is een grote omweg door het binnenland omdat we Stonehenge willen bezoeken, de befaamde 'hangende stenen'.
De wegen worden smal en veel rustiger nu. Onderweg zien we weides met 'grazende varkens'. We rijden door een heuvelend landschap met veel graanvelden en soms heel taaie beklimmingen. Mooi weer.
Tegen 16.00 h rijden we Winchester binnen. We informeren naar campings in de buurt bij de toeristische dienst. Daarna brengen we een bezoekje aan de lang(st)e kathedraal gevolgd door een terrasje op de hoek van de straat.

Tegen 18.00 h rijden we verder richting Salisbury, nog ongeveer 40 km, met de bedoeling om onderweg ergens te overnachten. Het eerste stuk gaat vlot en we besluiten om verder te rijden tot in Salisbury. Maar hier mispakken we ons aan en pas om 21.30 h, bij valavond, bereiken we doodmoe Salisbury. 'Climbing up on Salisbury Hill' heeft voortaan een diepere betekenis. 'My heart going boom boom boom.' Dan gaan we nog op zoek naar een camping, rijdend langs drukke ringweg van de stad, waarna we nog eten koken op het vuurtje, douchen en slapen.

Dag 5: Salisbury - Shaftesbury: 78 km

's Ochtends bezoeken we Salisbury: winkelen, een bezoek aan de kathedraal en een riverwalk met de fiets in de hand. Daarna fietsen we verder richting Stonehenge. Onderweg brengen we nog een blitzbezoek aan Old Sarum, Romeinse overblijfselen. Tegen de middag arriveren we ter plekke en brengen een vlug bezoek. De stenen lijken kleiner dan ik me altijd voorgesteld had. Toch is het indrukwekkend. Er is veel volk.
Na het bezoek lunchen we op de parking. De vogels schaduwen ons, in de hoop om een graantje te kunnen meepikken. Er staat een stevige wind en er komen wolken opzetten. Na de middag rijden we door richting Shaftesbury, terug meer richting kust. Onderweg krijgen we een beetje regen maar naar goede gewoonte houdt het op zodra we onze regenjas aanhebben. Geruime tijd volgen we een vallei. Een Britse vrouw doet ons stoppen en vraagt de weg aan ons. We kunnen haar verder helpen.

De hangende stenen van Stonehenge.

Shaftesbury komt maar niet dichterbij. We rijden windop en bergop, het lijkt wel eindeloos. Pas tegen 20.00 h rijden we het dorpje binnen. Doodmoe bereiken we het centrum, waar we bekomen in een Inn bij een halve liter bier. We zijn te moe en het is te laat om nog verder te rijden. Torfs informeert bij de tapper naar een camping in de buurt. Een officiële camping is er niet maar ze sturen ons door naar de nabijgelegen voetbalkantine, enkele 100 m terug, waar we onze tent mogen opstellen voor 5 pond op een proper gazonnetje vlakbij de kantine. Er staan ook enkele andere tentjes. Ze zijn van drie Hollanders: 1 man en twee vrouwen, ook onderweg met de fiets. De douches zijn al gesloten, maar morgenvroeg zouden we ons mogen gaan wassen. We koken ons potje bij de tent. Het is koud en winderig en we zoeken beschutting in de tent. 's Avonds drinken we nog iets in de sjotkantine.

Dag 6: Shaftesbury - Charmouth: 79 km

's Ochtends genieten we van een verkwikkende douche in de cabinetjes van de 'Officials'. Als ontbijt eten we warme bonen met worstjes, klaargemaakt op onze vuurtjes. In Shaftesbury bevindt zich de 'Gold Hill'. Het dorpje ligt op een steile heuvel - zoveel was gisteren ook al duidelijk - en de Gold Hill is een straatje met een enorme hellingsgraad. We lopen er te voet af want het lijkt ons te riskant om er met onze zwaar beladen fietsen van af te rijden.
Dan trappen we richting Cerne Abbas, waar de 'Giant', een reus, op een heuvelflank met zijn edele delen staat te pronken. De figuur werd getekend op de heuvel door de begroeiing op bepaalde plaatsen te verwijderen. De weg naar Cerne Abbas is sterk heuvelend. We schieten maar traag op.

De Gold Hill in Shaftesbury in de juiste richting.

Nabij de reus is een picknickplaats, waar we lunchen. Het zicht op de edele delen van de reus wordt van hieruit gedeeltelijk belemmerd door enkele struikenbosjes. Alsof het er opzettelijk voor gedaan is. 'We can't have that while we're eating, now can we ?' Daarna rijden we verder, richting het kustplaatsje Lyme Regis. Onderweg drinken we iets in een herberg in Beaminster. Vlak daarvoor is een steile afdaling, waarbij mijn voorlicht afbreekt door het vele schokken. Er volgt nog een taai stuk daarna. Vele smalle, holle wegen. Het is er gevaarlijk want de wegen zijn te smal om te wisselen met auto's uit de andere richting. We komen veel doodgereden dieren tegen op de baan: een das, een vos, iets onherkenbaars, ...

De Reus van Cerne Abbas: een naakte wildeman met een knots.

In Charmouth, net voor de kust, is een grote familiecamping waar we zullen overnachten. We geven onze kleren een wasbeurt. Ons avondmaal eten we in het campingrestaurant. Er is een grote serveuse en een dikke serveuse. Nadien gaan we nog iets drinken in de bar, waar een DJ ten dans speelt voor de vele kinderen die er rondlopen.

Dag 7: Charmouth - Moretonhampstead: 84 km

Voorbij de camping van Charmouth volgt een steile beklimming. Onderweg staat er een auto met een platte band. Twee vrouwen en enkele kinderen staan er bij te kijken als een boer op een zieke koe. Ze vragen onze hulp. We steken in een wip het reservewiel. Ze geven ons drinkgeld mee, voor een biertje.
De afdaling naar Lyme Regis, een 'intiem dorpje tussen de rotskusten',  heeft een hellingsgraad van 20 %. We volgen verder de kust. Er volgen vele steile beklimmingen van om en bij de 20 %. 
Via Seaton en het dorpje 'Beer' volgen we de kust tot in Sidmouth. We lunchen op een bank in het park. De oudjes spelen er 'bowls' in witte pakjes. De meeuwen belagen ons en azen op ons maal. Voorbij het dorp volgt een vreselijk steile klim. 'It's steep up there, you know !' waarschuwt een voorbijganger. Het zweet druipt langs mijn armen naar mijn stuur. Voorbij Yellington komen we in een heidelandschap. We naderen Exeter, een grote stad. Het laatste gedeelte is tamelijk bergaf. Het biertje, dat we nu dubbel en dik verdiend hebben, drinken we in een pub in Topsham, nabij Exeter.

The Birds in Lyme Regis.

We willen nog iets verder rijden. Voorbij Exeter ligt Dartmoor, een ruw en verlaten heidelandschap. Torfs belt naar de toeristische dienst van Dartmoor. Er zouden campings zijn in Moretonhampstead, even in het natuurpark. We willen nog tot daar geraken, nog een 20-tal kilometer. Eens uit de pub komen er zware regenwolken opzetten. Het begint te regenen. Het parcours is nog loodzwaar. Vele kleine wegen gaan met hellingen van rond de 20 % recht de heuvels op en neer. Af en toe krijgen we hevige regenvlagen. Het begint stilaan donker te worden. Het landschap is desolaat. Er zijn vele holle wegen temidden van bossen. Gevaarlijk, zeker met mijn kapot voorlicht. Het lijkt alsof 'the hound of the Baskervilles' hier elk moment te voorschijn kan komen.
Om 21.30 h bereiken we totaal uitgeput het 'spookdorpje' Moretonhampstead. We gaan op zoek naar een camping. Even buiten het dorp is een camping bij een boerderij. We lijken wel twee eeuwen terug in de tijd te zijn gereisd. Voor 5,50 pond mogen we er onze tent opslaan. Bij de boerderij is ook een schietclub. We koken ons avondeten in het lokaaltje van de schietclub. Er hangt een poster tegen de muur met daarop Elvis Presley die een luchtdrukgeweer vasthoudt alsof het een gitaar is. Daarboven staat 'Elvis Pressluft' geschreven.

Dag 8: Moretonhampstead - Bodinnick: 87 km

Na het winkelen in Moretonhampstead rijden we door richting Postbridge en Two Bridges, dwars door Dartmoor National Park. Onderweg picknicken we. Landschappelijk is Dartmoor niet zo speciaal. We hadden er meer van verwacht. Toch zitten er af en toe mooie stukken tussen.

Een fraai stukje in het Dartmoor park.

Na het verlaten van het park is er een spectaculaire afdaling tot in Tavistock. Van hieruit volgen we een redelijk drukke weg tot in Liskeard. Rond 18.00 h arriveren we daar, en drinken ons traditionele biertje in een pub. Om 19.00 h rijden we nog een eindje verder. Om 21.00 h, na nog enkele venijnige kleine wegeltjes, arriveren we in Bodinnick, vlakbij het vissersdorpje Fowey. Hier is een camping. De receptie is al gesloten. Daarna volgt het dagelijkse ritueel: tent opzetten, douchen, koken, eten en slapen.

Dag 9: Bodinnick - Helston: 83 km

We eten eieren als ontbijt, waarna we afzakken tot aan de baai van Fowey. Met de veerpont steken we over. We trekken te voet door het toeristische dorpje. Overal zijn er bakkers. We rijden verder door richting St. Austell en winkelen in een grote Tesco-supermarkt.
Van St. Austell volgen we een tijdje een uitgestippelde fietsroute, nr. 3 van het National Cycle Network. Mooi en rustig, maar ter hoogte van Mevagissey raken we het spoor bijster. Daarna gaan we verder met de kaart. Rond 14.30 h houden we een picknick langs de kant van de weg, ter hoogte van een boerderij. Het begint te zeveren. Een hond komt ons toegelopen en blijft de hele tijd naast ons staan. Wegjagen is niets gekort.

De baai aan het vissersdorpje Fowey.

Verder gaat het richting Trelissick waar we een tweede ferry moeten nemen om een zeebaai over te steken: de King Harry Ferry. Eens daar voorbij volgen we richting Penryn, waar we rond 18.00 h arriveren en iets drinken in een Inn. We eten Fish and Chips uit een Take Away tent, met alles erop en eraan (salt 'n' vinegar). Het wordt verpakt in gazettenpapier. We vinden het overheerlijk, waarschijnlijk door de grote honger. Het smaakt zoals friet met stoofvlees.
Na dit calorierijke maal rijden we verder richting Helston. We hopen op camping onderweg, in Gweek, maar er is nergens iets te vinden. Het wordt stilaan donker. Na nog een niet geplande omweg arriveren we om 22.00 h in Helston. Het is al donker. Doodmoe rusten we uit aan een rond punt, terwijl we overleggen wat we gaan doen om te overnachten. Na een tijdje valt Torfs' oog op een bordje met daarop 'Camping'. Even verderop is een klein gazonnetje naast een boerderij. Er is nog plaats voor ons tentje. De camping bevindt zich vlakbij een militaire luchthaven. Er is een klein hokje met daarin een WC en een douche. Aan het douchegordijn kleeft een dikke vettige slak.

Dag 10: Helston - Land's End: 56 km

Via Porthleven, een klein vissersdorpje,fietsen we richting Penzance. Tegen de middag arriveren we. We winkelen en brengen een bezoek aan het station. We reserveren de terugrit naar Londen voor ons en onze fietsen voor morgen. We zoeken slaapplaats in een backpackers Inn, 'The Blue Dolphin' genaamd, waar we een gedeelte van onze bagage achterlaten. We picknicken op de dijk van Penzance, bij stralend weer.

De St. Michael's Mount, een kopie van de Franse
Mont St. Michel, met in de verte daarachter
Penzance (rechts) en Mousehole (links).

Daarna beginnen we aan het laatste gedeelte: Penzance - Land's End en terug. Eerst rijden we door Mousehole, een klein dorpje met steile straten. Even verderop is een Stone Circle, de Merry Maidens. We brengen ook een kort bezoekje aan de rotskust van Treen.
Tenslotte bereiken we Land's End. We zijn tevreden, onze opzet is geslaagd ! De totaalteller staat op 804 km (vanuit Dover). De gemiddelde snelheid is 'maar' 14.7 km/h. De totale rijtijd is 54 uur en 33 minuten. De maximumsnelheid bedraagt 66 km/h.

Onze rijwielen op Land's End.

De Scilly Islands, die een dertigtal kilometer verderop liggen, zijn goed zichtbaar. In de bar bestellen we champagne, om de overwinning te vieren. We versturen enkele SMS'jes naar het thuisfront. Tegen 18.30 h keren we terug naar Penzance. De rit, nog 16 km, gaat verrassend vlot. Waarschijnlijk vanwege wind in de rug.
In de jeugdherberg douchen we en kunnen we een potje koken. De uitbater van de jeugdherberg komt een praatje met ons maken. Hij is afkomstig uit Zimbabwe en noodgedwongen moeten verhuizen. Hij is een beetje op de dool in Groot-Brittanië en wil liefst van al terug naar zijn geboorteland. 's Avonds drinken we nog iets in een nabijgelegen Inn.       

Dag 11: Penzance - Canterbury

Een treinrit van vijf en een half uur brengt ons van Penzance tot in Londen Paddington. Om 14.00 h stipt, precies zoals gepland, rijdt de trein het eindstation binnen. Het is broeierig heet. We moeten met de fiets van Paddington naar Charing Cross, een 6-tal kilometer door het drukke centrum van Londen. Het is zaterdagmiddag en bijzonder druk in de hoofdstraten. We rijden stapvoets door Oxford Street, tussen de rode dubbeldeksbussen. Daarna rijden we via Picadilly Circus richting Trafalgar Square. Het plein werd genoemd naar een belangrijke veldslag bij Trafalgar. Generaal Nelson, die bij de slag het leven liet, is er vereeuwigd en staat op een hoge pilaar voor zich uit te kijken. Zijn lichaam werd naar het schijnt nog enige tijd bewaard in een vat met brandy.

Den Torfs (voor) en Nelson (boven) op Trafalgar Square.

Vanuit Charing Cross hebben we al snel een trein richting Canterbury. Om 17.00 h komen we daar aan en zoeken we jeugdherberg Kipps, waar Torfs telefonisch vanuit de trein al gereserveerd had. Er loopt een grote witte hond rond in de jeugdherberg. 'His name is Cuba, he lives here too,' meldt de vrouw aan de receptie.

De kathedraal van Canterbury.

Net voor sluitingstijd brengen we nog een bezoekje aan de beroemde kathedraal van Canterbury. Indrukwekkend. Daarna brengen we een verder bezoekje aan het stadje, en doen enkele terrasjes. De avond brengen we door in de jeugdherberg. Er logeert ook nog een groep Japanners. In het laat van de avond belanden we bij de uitbaters van de herberg, twee jonge koppels. Ze stoken een vuurtje achteraan in de tuin en hebben een muziekje opstaan.

Dag 12: Naar huis

's Ochtends komt de manager van de jeugdherberg op inspectieronde. Het is een klein dik mannetje. Hij rookt een dikke sigaar en ziet eruit als Winston Churchill in hoogst eigen persoon. Bij het uitchecken vertelt hij ons dat hij onlangs van hieruit naar België gefietst is. Hij is dikwijls in België geweest voor zijn werk. Hij had aan een project in Antwerpen meegewerkt. 'Kennen jullie het Century Center in Antwerpen ?' vroeg hij. 'Ja, dat kennen we.' 'I designed it !' zei hij stoer.

Een holle weg, zoals er zoveel zijn in Engeland.

De laatste 35 km tot in Dover zouden we met de fiets doen. Het is bewegwijzerd en gaat langs rustige wegen. Na ongeveer 2 uur rijden bereiken we het fort van Dover. Van daaruit dalen we af naar de haven. Al snel is er een ferry naar Calais. De check-in begint al 10 minuten nadat we er aangekomen zijn. Opnieuw moeten we met onze fietsjes tussen het zware vrachtverkeer navigeren tot we bij de juiste gate zijn. Om 14.30 h vertrekt de ferry en hij arriveert omstreeks 17.00 h plaatselijke tijd in Calais. Tijdens het ontschepen zijn er nog twee andere fietstoeristen. Het is een Belgisch-Nederlands koppel. Ze hebben ook een stuk van de zuidkust gereden. In het station van Calais hebben we om 18.26 h de trein naar Lille. Om 22.30 h  arriveren we in Leuven, waar we op de Oude Markt nog iets gaan drinken. De terrasjes zitten bomvol. Tenslotte moet ik nog verder tot in Heist, waar ik omstreeks 01.00 h 's nachts arriveer. 
 
 

Jan Van Roosbroeck
februari 2005
Heist-op-den-Berg

___________________________