Slovenië 2011

 

Zoals gebruikelijk spraken we reeds ruim op voorhand af om te bekijken welke bestemming  onze jaarlijkse fietstocht dit jaar zou hebben. In het Plein, aan de hoek van de toog, werd besloten dat we dit jaar de grensstreek van Slovenië en Kroatië zouden verkennen. Na enkele “verfijningsvergaderingen” hebben we het gewoon bij Slovenië gehouden.

 

Even voorstellen:

Max:

Had na een jaartje afwezigheid besloten dat hij eigenlijk niet zonder ons kan en dat hij terug mee moest gaan op fietsreis. Heeft nog steeds geen beenhaar en dat is maar goed ook. Is een man met stijl. Zo draagt hij een stijlvolle Casio-horloge aan de pols en doet hij elke ochtend en avond Denim-aftershave onder de oksels.

Jakke:

De Jakke is een waar vat vol energie. Zelf vroegen wij ons dagdagelijks af vanwaar hij deze energie bleef halen. Feit is wel dat deze energie meestal een half uur later als sneeuw voor de zon is verdwenen. Is daarnaast ook een onrustig mens die er niet van houdt om lang op dezelfde plek te blijven. Ideaal om mee te nemen op reis is hij ook omwille van de kokosmat op zijn lichaam waar we ongeveer alles mee proper krijgen, ook vuil in de randjes.

Krikke:

Dorre onder de dorren. Zoals in eerdere verslagen reeds vermeld is heeft deze man zeer veel been- en armhaar. Tot op de dag van vandaag is hier nog geen verandering in gekomen, wel integendeel. Heeft vele kwaliteiten en één daarvan is om deze kwaliteiten zo goed mogelijk te verdoezelen. De uitdrukking “ne Krikke doen” is naar hem genoemd. Helaas heeft hij het dit jaar nagelaten om “ne Krikke te doen”. Draagt ter compensatie wel een idiote hoed als we de stad intrekken, kwestie van ons toch nog iets te geven waar we beschaamd over kunnen zijn.

Boris:

De begrafenisondernemer van de hoop en alleenheerser in de strijd om de wisselbeker “mottigste poten van de vloreis”.  Slaagt er ook in om elk gesprek te herleiden naar lijken en de dood. Hij slaapt ook als een lijk. Onderneemt ook telkens opnieuw pogingen om zichzelf te pijnigen en te kastijden. Dit jaar had hij zo bijvoorbeeld een zonneslag op zijn voeten opgelopen. Men zou kunnen zeggen dat hij een serieus dikke buik heeft, maar hijzelf ontkent dit steevast en zegt dat hij last heeft van een holle rug. Wat dan ook wel weer waar is. Een slaapzak had hij dit jaar niet bij wegens niet nodig. Hij bleek hieromtrent gelijk te hebben.

Jaak:

Schrijver van dit standaardwerk der Nederlandstalige literatuur en bezitter van een maag die tevens ook perfect dienst kan doen als vergiet. Vraagt zich af waarom hij elk jaar opnieuw met een dergelijke hoop snullen is opgezadeld, maar gaat toch steeds opnieuw graag mee. Tevens ook overtuigd drager van het ‘Casio-juweel’.

Het casio-juweel.

 

Zaterdag 20 augustus 2011: Heist - Heist

Eigenlijk begint ons verhaal al op zaterdag 20 augustus. We zouden op zondagochtend vertrekken vanuit Heist en dan nog liefst zo vroeg mogelijk. We hadden ook een busje gehuurd om tot ginder te rijden, kwestie om van het gezever van vliegtuigen in combinatie met bollekesplastiek vanaf te zijn.

Op zaterdagavond kwamen we bijeen om onze fietsen al op het dak te zetten zodat we de volgende morgen konden vertrekken zonder gedoe. Alleen de Max was hierbij niet aanwezig aangezien hij de nacht had.

Aangezien de Jakke de enige is die nog in Heist woont moesten we dus slaapplaatsen zoeken, wat op zich geen probleem was. Bij de Jakke en in mijn ouderlijk huis was immers nog plek genoeg.

We besloten om op voorhand toch nog maar een pintje te gaan drinken om te proosten op het goede verloop van de reis. De Kenne, een snoodaard uit Heist, had van ons plan gehoord en nodigde ons uit om bij hem alvast een aperitiefje te komen drinken. Zijn plannen waren echter niet nobel! Hij had een aantal straffere bieren in huis en deze moesten gedegusteerd worden! Toen iets later dhr Putteke hier ook nog aankwam was het hek van de dam.  

Hierna zijn we dan maar naar het Plein gegaan alwaar eerwaarde heer Boris ook zijn opwachting maakte. Hij had nog wat werk te doen (“er ene gaan afleggen”) en was daarmee wat later.

Zo ongeveer rond middernacht kropen we moe maar voldaan in ons bed. De Boris sliep bij mij en de Krikke sliep bij de Jakke.

 

Zondag 21 augustus 2011: Heist –Ljubljana

Ondanks het feit dat ik mijn gsm om 6 uur had laten aflopen moet ik deze toch gemist hebben. Ze maken tegenwoordig dan ook geen kwaliteit meer. Max belde aan en we vlogen in onze kleren. Eerst kreeg ik al een paniekaanval omdat ik dacht dat ik mijn broek in Antwerpen was vergeten. Ik had al stress nog voor we waren vertrokken. Blijkbaar had ik die broek gewoon naast mijn bed gelegd, kwestie van geen tijd te verliezen. Gevolg is dan ook dat we 10 minuten later bij de Jakke aankwamen. Om de één of andere reden hadden we ook een lichte vorm van katergevoelens.

Max was de eerste die reed, dat leek ons veruit het veiligste. Uiteindelijk had die mens ’s nachts ook al met een buske gereden en had hij het dus nog wat in de vingers.  

Het buske.

Memorabel was het feit dat de cd-speler in de auto MP3-compatibel was en dit was een kolfje naar de hand van de Jakke! Wat velen niet weten noch vermoeden is dat de Jakke een zeer hippe vogel is die steeds openstaat voor de nieuwste muzikale ontwikkelingen. Zo kregen we te horen: Mark Knoflook, Bruce Springsteen, Gorki en niet te vergeten: Franse chansons! Het meeste hiervan konden we wel pruimen maar met die Franse chansons was het toch vooral de voorste bank in de bus (Krikke en Jakke) die total loss aan het gehen waren! En het was zo een cd’ke waarvan ge denkt: “en nu moeten we ze allemaal wel gehad hebben” en dan volgde er meestal wel weer een andere klassieker waar uw broek van afzakte.

Als er verder één conclusie is die we al kunnen trekken dan is het dat Duitsland een verschrikkelijk groot land is om door te rijden. We dachten dat eens snel te doen, maar dat sloeg tegen.

Nadat we allemaal weer ongeveer mens waren besloten we om te gaan ontbijten. Max en ik aten een broodje met gouda-kaas en tomatensaus. In één woord: goor! Die tomatensaus was eerder vervallen tomatensoep en bleef tot overmaat van ramp nog aan uw gehemelte plakken ook. Ik heb er nog uren plezier aan beleefd. Wat de rest at ben ik eerlijk gezegd vergeten maar de Jakke zal wel weer slappe koffie gedronken hebben.

Door lang in Duitsland rond te rijden en door de bevolking te observeren konden we ook een aantal nieuwe inzichten verwerven in de mensheid. Een eerste inzicht is dat mensen die een dik gat hebben eigenlijk geen gore en vadsige lamzakken zijn maar dat dit kan worden bekeken als een teken van welstand! Ook de mannen hadden daar een zeer duidelijk teken van welstand, namelijk een broek tot onder de oksels en ‘man-boobs’! Duitsland is een zéér welvarend land, zoveel is duidelijk!

En we hadden ook onze avonturen onderweg! Onze GPS (van de Krikke, gekregen waar uiteraard) stuurde ons op een bepaald moment weg van de autostrade ergens in Zuid-Duitsland, wat vreemd was aangezien daar alleen maar velden waren. Maar goed, gehoorzame burgers als wij zijn, namen wij de afrit om vervolgens stil te staan op een doodlopende baan aan een brug…. We vreesden dat we de fietsen van het dak moesten halen en daar wat gaan rondtoeren want dit was het beste wat we konden doen, Slovenië zouden we nooit bereiken….

Gelukkig zijn we flexibel van aard en draaide onze koene chauffeur, de Krikke, onder het brugje door. Van de pure emotie viel het busje wel stil, maar alsnog slaagde hij erin om ons terug op het goede pad, namelijk de autostrade, te brengen.

Het bleek ook dat we van al deze inspanning opeens een geweldige honger kregen en dus stopten we aan een tankstation. In Duitsland kan je in vele wegrestaurants kiezen tussen een soort Mc Donalds en de traditionele keuken. Uiteraard kies je dan voor de traditionele en verfijnde Duitse keuken.

Max, Boris en ikzelf aten een ware lekkernij: een broodje schnitzel! Voor alle zekerheid namen we er ook nog een worst bij. De Jakke bestelde een bord met rijst en vlees en dit zag er niet slecht uit, maar de Krikke was er wederom in geslaagd om iets te bestellen wat volgens mij een foutje was. Hij had vlees met een soort noedels (?) besteld. Op zich is dit niks speciaals ware het niet dat deze noedels meer weg hadden van natte isomo of een ander soort verpakkingsmateriaal. Hij at het echter met veel smaak op.

In dit wegrestaurant gebeurde dan ook nog het onvermijdelijke: namelijk de Boris die zijn grote boodschap moest gaan doen. Volgens mij heeft hij dit op ongeveer elke stopplaats gedaan. Wat een levendige darmflora heeft deze man toch! Het zou anders ook wel kunnen zijn dat zijn holle rug drukt op zijn darmstelsel en dat hij daarmee zo vaak moet gaan kakken, ik ben maar hardop aan het nadenken…

Aan het einde van Duitsland kwamen we voorbij München waar we een week later nog spannende avonturen zouden beleven. München is ook het favoriete vakantieoord van onze goede vriend Joe. Max was hier al eens met Joe geweest en ook toen al had hij gemerkt dat er veel helikopters rond hen hingen. Het antwoord op dit mysterie hebben we gevonden: den Joe heeft tegenwoordig nogal nen dikke kop en voor de trouw van zijn zuster had hij onlangs zijn kapsel in de vorm van een ‘A’ geschoren (Ann). Nu zijn er helikopters die zich daar klaarblijkelijk aan mispakken en denken dat er een ‘H’ staat. Gevolg is dat die piloten volledig in de war zijn! Laat het dus duidelijk zijn dat den Joe zijne kop een oorzaak van vele rampen kan zijn.

Aan het laatste tankstation nam ik het stuur over en de Jakke en de Max besloten dat het tijd was om de kaart van het bier te trekken. Max had bij een vorige pit-stop zijn oog al laten vallen op een blik Deens bier van 1 liter. Voorwaar een joekel van een blik bier! De Jakke had hier ook wel oren naar en kocht er ook één. We aten ook nog een broodje schnitzel.

Het liter-blik.

De gevolgen van dit blik bier lieten zich al snel voelen. Niet zozeer bij de Max dan wel bij de Jakke. Hij heeft een gevecht gehouden om dit blik leeg te krijgen en we hoorden alleen nog maar het volgende: “amai”, “brrrr”, “en dan denkt ge dat da hier bijna leeg is en dan zit daar nog een volledige pint in”, “heuh”, “da is hier gelijk nen hamer die tegen uwe kop slaagt”,… Van de kant van Max hebben we niks gehoord… Uiteindelijk hoorden we van de Jakke na een tijdje ook niets meer aangezien hij in slaap viel om iets later terug wakker te worden omdat hij moest pissen. Ik had eigenlijk totaal geen zin om te stoppen maar uiteindelijk heb ik het dan toch maar gedaan. Uiteindelijk had hij ook perfect zijn behoefte kunnen doen in dat lege blik maar ja… Hierna heeft  hij nog de ganse rit door Oostenrijk geslapen en is wakker geworden op drie kilometer voor de camping aan de rand van Ljubljana.

Na wat zoeken in het donkere Slovenië vonden we uiteindelijk de camping. Toen we uit ons gekoelde busje stapten was het alsof we in een Turks stoombad stapten: zeer warm en zeer vochtig. We gingen onze tenten opstellen in het licht van ons busje en merkten al direct dat de ondergrond vrij rotsig was. Gelukkig maakte het voor ons niet uit hoe die tent opgesteld stond, uiteindelijk hadden we Benny de perfectionist toch niet bij. Er was ook een nudistengedeelte aan deze camping maar uiteindelijk zijn we daar niet gaan staan. Vooral omdat we het niet direct vonden.

Nadat we alles in orde hadden gebracht besloten we om de kaart van de drank te trekken. Uiteindelijk hadden we ons al een ganse dag moeten inhouden.

Er was een gezellig terraske aan een bar op de camping alwaar we gekoelde witte wijn en een karaf water bestelden. De dame die ons bediende was zeer gedienstig en kwam regelmatig vragen “You need something else?”. Ons antwoord was steevast: “No, bring us the same”. Dit deden we vier keer. Hierna besloten we maar om te gaan slapen, het zou nog een zware reis worden.

Die nacht snurkte Boris als een os die gekeeld wordt.

 

Maandag 22 augustus 2011 Ljubljana - Postojna

Toen we uit ons tentje kwamen wisten we direct hoe laat het was. Zeer warm, maar vooral een vochtige warmte. Nu zijn we wel iets gewend, maar toch. Met volle moed vertrokken we, ons busje lieten we staan op de camping. Hopelijk zouden de wielen er een week later nog aanstaan… Na een streep Denim onder te oksels te hebben gesmeerd waren we klaar voor vertrek.

Het begon rustig, met een licht glooiende rijbaan waar geoefende fietsers zoals wijzelf geen enkel probleem mee hebben. Vele stukken waren tussen de bomen en we waren al direct verliefd op het land aan het worden. Onze benen waren nog niet warm gereden of we konden al direct terug omdraaien aangezien de Jakke de kaart verkeerd geïnterpreteerd had. Laat ons het houden op het feit dat ook hij moest gerodeerd worden. Maar eens dat hij op toerental is dan is hij wel niet te stoppen, daar moeten we dan ook wel weer eerlijk in zijn!

In het prachtige landschap stond ook een prachtig en vooral vervallen huis. Laat dit nu net iets zijn waar wij enorme fan van zijn. Ook nu hoorde we weer keldergeluiden en zacht gekrijs ‘au secours’

Het vervallen huis.

Voor we aan de route richting Postojna begonnen moesten we natuurlijk eerst onze beer voederen. We stopten traditiegetrouw aan een supermarkt en aten nadien uit de winkelkar fruit, brood, limonade, vlezerij en niet te vergeten: worst, het basisbestanddeel van de sportvoeding!!!

Al maar een geluk dat we goed hadden gegeten want wat daarna volgde waren lange beklimmingen in een loden hitte. Persoonlijk ben ik hier wel een fan van, maar voor anderen onder ons was dit even erg als toen Christus aan zijn kruis werd gehangen. De Boris, zo bijvoorbeeld, kreeg stilaan de kleur van zijn cliënteel en ook de Jakke kende moeilijke tijden. Zo keek hij verkeerd op de kaart en reden we ongeveer 20km verkeerd. We denken nog steeds dat de Jakke nood heeft aan een goed plastiekske, zoals hij enkele jaren geleden bij had. Geniaal in zijn eenvoud, maar onmisbaar voor de trekker.

Tijdens één van de zwaarste klimmen was het weer zover. Het was een klim op een lange, rechte baan. Voor we eraan begonnen werden we week in ons zeemvel, maar we moesten erdoor. Uiteindelijk was het wel de bedoeling om iets daarna een kroeg te gaan opzoeken om onze innerlijke dorstvlegel te versterken. Het was een lange, steile klim in een loden hitte. Op een stukje waar we even van de - toch wel drukke -  baan konden gaan stopte ik even om wat uit te rusten en te kijken waar de rest zat. De Max was iets na mij en hij moest even gaan zitten. Ik denk dat hij misschien wat te weinig schnitzel had gegeten. Maar we aten een appel en toen was alles in orde, uiteindelijk hadden we een doel genaamd Pivo! Iets daarna kwam de Krikke erdoor en ook hij zag logischerwijze zo rood als een kriek. We moesten toen de volledige 30 minuten wachten alvorens we een teken van leven zagen van onze twee vrienden, de Jakke en ome Boris. Ze hadden ook een rustpauze ingelast en bij de Jakke ging het zelfs nog wat verder: hij had 20 minuten geslapen in de graskant. Het ging als volgt: “ja, ik stapte van mijne vlo en ik begon te duizelen. Ik ben wat gaan liggen en ben 20 minuten van de wereld geweest”. Het verklaart opeens de plotselinge toename van condors en gieren boven de weg, ze dachten dat ze een lijk hadden gezien. Die beesten zijn ook nooit echt meer weggeweest, wat veelzeggend is. Ook de Boris loenste nogal naar de Jakke en zag waarschijnlijk een potentiële klant.

We konden uiteindelijk verder zonder noemenswaardige overlijdens te moeten vaststellen en we reden verder naar het dorpje ‘Hondenlul’. Veel van die namen zijn onuitspreekbaar voor ons, vandaar dat we er Nederlandstalige verbasteringen van maken en deze gebruik ik ook hier. Uiteraard waren we wederom op een dood spoor terecht gekomen en dienden we de weg te vragen. Er kwam een uiterst charmante oudere vrouw naar ons toe die bizar genoeg slechts gekleed was in een nachtkleed. Was dit de eerste tippelaarster die ons pad kruiste? Ze was in elk geval lelijk als de nacht maar ze wist ons wel te zeggen dat we eigenlijk terug moesten rijden en op een bepaald punt naar links verder de weg volgen. Concreet betekende dit dat we een andere steile klim terug opnieuw moesten doen. Mijn hart bonkte in elke vezel van mijn lichaam toen ik deze 12%-er had opgereden maar we deden het toch maar, helden als we zijn.

In Hondelul deden we ons eerste terrasje. We zaten onder een plastieken dak waar het verschrikkelijk warm was. Dit had natuurlijk als gevolg dat de wielertruitjes gewillig opengingen ter verkoeling van onze kloeke basten. Spijtig genoeg doet de Jakke dit ook altijd en moeten we dan steeds getuige zijn van zijn kokosmat die zich op zijn borstkas heeft genesteld. Op zich wel een goede optie om onze schoenen aan af te kuisen, maar voor de rest…. Toen we nadien in het café binnengingen om te betalen bleek hier airco te zijn en was het lekker koel. We hadden dus voor niks die kokosmat getrotseerd.

Warm terras, kloeke borstkasten.

We reden zwoelweg verder en moesten toch nog een aantal zwaardere stukken passeren waar de adem ons stokte. Het kon niet lang meer duren alvorens een volgende kroeg ons zou binnenlaten.

Aangekomen in Logatec was het tijd voor een tweede pitstop en wederom werden we geconfronteerd met de kokosmat. Het terras waar we zaten was in elk geval veel koeler en belangrijker was nog het feit dat er een aantal knappe vrouwen zaten, uiteraard geflankeerd door een hoop snullen die bleek afstaken tegenover onze knappe verschijning. We dronken water, cola en uiteraard ook bier.

Tweede terras met mooie vrouwen en kokosmat.

De eindhalte was Postitch vanwaar de beroemde plakbriefjes Post-it hoogstwaarschijnlijk vandaan komen. Deze stad staat bekend om zijn grottenstelsel waar we uiteraard niet naar zijn gaan kijken aangezien de kans klein is dat er een café te vinden is in die grot. Los daarvan waren deze grotten ook gesloten.

Vlak voor de stad moesten we nog wel eerst een beklimming trotseren met allemaal haarspeldbochten. Buitengewoon prachtig was dit en leuk om te doen. Hierna zou de camping niet veraf meer zijn.

Toen we in Post-it aankwamen waren we uiteraard vrij vermoeid en toen bleek dat we nog een viertal kilometer moesten fietsen vooraleer we op de camping aankwamen.  Deze weg was dan ook nog met een aantal heuveltjes wat maakte dat onze tong tussen onze kettingen hing toen we aankwamen.

De camping waar we verzeild waren geraakt was op zich wel prachtig van natuur. Alles zag groen en ze was redelijk afgelegen van de buitenwereld. Desondanks het feit dat er wel heel wat stonden was deze camping eigenlijk niet voorzien voor tenten. Overal was het een stenen ondergrond en nergens was een groene paloes gras te bespeuren. Tenminste, dat dachten wij: tegen dat alles rechtstond zagen we dat wat verderop een grasweide was.

Aangezien het een zware dag was geweest besloten Max en ikzelf om toch wat bier in te slaan om zeker niet zonder te vallen. Voor alle zekerheid kochten we in de campingwinkel vijftien halve liters Sloveense pils. Er zijn er welgeteld 2 van opgedronken die avond…

Dit laatste kwam omdat we op restaurant gingen. Op onze leeftijd is het namelijk niet gepast om elke avond zelf te koken. Dat en het feit dat we er met de jaren niet minder lui op zijn geworden natuurlijk.

We bestelden als voorgerecht spaghetti en dan een Ljubljana-schnitzel. Dit laatste bleek een schnitzel gevuld met kaas en hesp te zijn. Na de spaghetti waren we eigenlijk al meer dan voldaan, maar toen moest onze vriend nog komen. De Ljubljana-schnitzel bleek een gust van formaat te zijn. Hierbij komt dan ook nog eens dat iedereen hierbij nog een schotel salade en een portie frieten of aardappelen besteld hadden . Om een lang verhaal kort te maken: we kregen ons eten niet op. Tenminste, iedereen behalve de Boris: op zijn duizendste gemak zagen we de laatste friet en het laatste stuk Ljubljana-schnitzel in zijn gigantische holle rug verdwijnen!

De Ljubljana-schnitzel.

De mens was zodanig voldaan van zijn eten dat hij zelfs besloot om die nacht op een bank onder de blote hemel te slapen. Hij had wel geen slaapzak bij maar dat was voor hem geen probleem, hij zou wel een fleece aantrekken. Voor de Krikke en mezelf was dit al bij al goed nieuws aangezien we nu geen gesnurk zouden moeten aanhoren.

Kilometers: 85

 

Dinsdag 23 augustus 2011  Postojna - Koper

De bank waar Boris zijn schoonheidsslaapje op had gehouden lag opeens vol memel en de bomen hadden precies ook minder bladeren als voorheen. Zouden zijn wilde gassen er voor iets tussen hebben gezeten?

Het werd een ontbijt met vele wespen en Max werd tot tweemaal toe gestoken. Nadat hij Denim had gesmeerd was er echter geen probleem meer. Zoals wetenschappers reeds jaren zeggen is het enige tegengif dat je bij wespen best kan toedienen 1 blik bier. Max en ik dronken dat dan ook en Boris nam het zekere voor het onzekere en dronk er 2.

Het smeren van de Denim.

 

Hoewel de Jakke geen bier had gedronken barstte hij toch van de energie! Hij zou er vandaag een goede lap op gaan geven. 30 minuten laten bleef er van zijn energiepeil helaas nog maar ¼ over.

Het was weer een bloedhete dag en de bedoeling was om rechtstreeks naar de kust te rijden. We waren echter wel niet zeker of dit zou lukken aangezien de dag ervoor vrij zwaar was en we wisten niet goed hoe we de kaart moesten inschatten (slechtste kaart ooit).

Eerst moesten we over een lange baan rijden zonder al te veel problemen. Iets erna moesten we terug beginnen klimmen gedurende een vijftal kilometer. Op de kaart bleek dat we in een soort hol van Pluto terecht waren gekomen maar aan het volgende dorpje op de baan zouden we even stoppen. Ik nam, samen met Max, het voortouw in deze klim. Het beest genaamd Boris volgde in ons kielzog. Hierachter zat de Krikke en vanachter de Jakke, wiens energiepeil zienderogen achteruit ging.

In het dorpje aangekomen zagen we al snel dat er nergens een spieke schaduw was behalve in een afgelegen hoekje. Max en ik besloten om even op de kaart te kijken. Het moet zijn dat Boris toch vlak achter ons zat maar dat we dit gemist hadden. Toen Krikke en Jakke eraan kwamen dachten we dat Boris hierachter gesukkeld was. Wij hadden hem in elk geval niet gezien. Een uur hebben we gewacht op hem, zonder succes. Was hij ergens gaan kakken of lag hij te sterven in en ravijn? Beide opties waren mogelijk, iets ertussen was niet aan de orde! Telefonisch contact was niet mogelijk aangezien hij zijn gsm had afstaan. Ik besloot dan maar om terug te rijden om te kijken of hij daar niet ergens in de kant zijn laatste doodsreutel aan het uitspeken was of dat hij ergens in de ravijn gedonderd was. Ik ben helemaal tot beneden teruggereden zonder een lijk te zien, wat op zich al een succes was. Toen ik op de terugweg was belde de Krikke om te zeggen dat Boris contact had opgenomen met hen, niet uit het hiernamaals maar van een paar kilometer verderop. Blijkbaar moet hij voorbij gereden zijn op de moment dat Max en ik op de kaart aan het loeren waren.

De reserves begonnen echter aanzienlijk te slinken en het was nog even tot aan de bewoonde wereld. Eerst kwam er een mooie afdaling, maar nadien was er een stuk vals plat dat ons de adem afsneed. Toen we aan de brug kwamen volgde de apotheose van onze flanneligheid. De benen en het lijf waren leeggereden en we hadden geen van allen nog veel om te drinken. Hoog tijd om bier te drinken dus!

Uiteindelijk kwamen we aan een soort café terecht naast een carwash waar we gulzig dronken. Eerst iets met suiker, daarna iets met alcohol. Het liep hier trouwens vol met schone vrouwen! We begonnen duidelijk de kust te naderen. Deze kust was overigens maar een twintigtal kilometer van waar wij zaten.

Bier ter aanvulling van verloren vochten en zouten.

Na het bier gingen we eerst nog wat eten halen in het nabije tankstation, zo van die smoskes zonder smaak. Ideaal voor de benen!

Wat volgde was zonder twijfel de mooiste afdaling van de hele reis. We moesten geen trap geven en na enkele kilometers doemde naast ons de zee op! We kregen er tranen van in de ogen. Al kan dit ook van geilheid geweest zijn…

We moesten niet in Koper zelf zijn, maar in een dorpje genaamd Ankaran met uitzicht op Koper en zijn morantische haven. De camping die hier was bleek een prachtexemplaar te zijn met een waanzinnig zicht op de baai waar Koper aan gelegen is. We zagen een schip de haven uitvaren en we zagen ook een bootje binnenkomen waar twee knappe dames kwamen uitgestapt! De eerste waternimfen?!? Boris kreeg het hier alvast zo warm van dat hij zijn edele delen (klos) in het water hing ter afkoeling. Ikzelf volgde zijn voorbeeld maar hield de klos droog.                                                                                       

Verkoeling in het water.

Op de camping konden we ook iets drinken uiteraard en aangezien dit toch al wel een tweetal uren was geleden moesten we hier dringend werk van maken. We dronken bier en Sangeria en zagen de zon langzaam maar zeker ondergaan.

Bier bij een ondergaande zon.

Na de noodzakelijke douche, die overigens ijskoud was, gingen we naar het restaurant voor een stevig avondmaal. Uiteraard kwamen er weer schnitzels op de tafel en uiteraard had de Krikke wederom een bovenaardse zin in een goede portie “salaat”, maar we dienen toch ook te vermelden dat de Jakke voor zichzelf een dessert bestelde: een ijskreem met koffie, een soort ijskoffie dus. Vanaf dit jaar is de toon dus gezet: minder drinken en meer “ouw-menseneten”! Volgend jaar gaan we dus een spelletje bingo meenemen en het jaar erna elks een bekertje om 's avonds onze tanden te week te leggen. Ik kijk ernaar uit!

Jakke met ijskoffie.

Na het eten gingen we gelukkig nog wat bier (!) drinken. We genoten van de nachtelijke schijn op de baai en elkaars stommiteiten.

Toen we teruggingen naar de tenten gingen Max, Jakke en ikzelf nog even langs het water aangezien dit fel was teruggetrokken en we nu konden stappen daar waar eerder water was. Wonderbaarlijk! Ik vond een mooi trosje zeewier en vond dit wel mooi staan op mijn hoofd. Ik trok zowaar wat op de jonge Lionel Ritchie! Helaas kwamen de vrouwen niet in trossen op mij afgelopen, al zal dit wel met mijn gezelschap te maken gehad hebben... Qua practical joke heb ik deze tros dan ook op het hoofdkussen van de Krikke gelegd. En zo vielen we vredig en voldaan in slaap.

Tros zeewier.

Kilometers: 73

Ikke:83

 

Woensdag 24 augustus 2011: Koper – Portorosa

Het was pas na het opstaan en toen we al uit de tenten waren dat de Krikke doorhad dat hij de ganse nacht op een tros zeewier had geslapen. Nochtans vond ik dat er wel een geur aan was, hij zal niet vers geweest zijn. De Krikke zei direct “Jaak”, wat ik een vreemde opmerking vond aangezien dergelijk gedrag niet in mijn aard ligt.

We lieten de camping voor wat het was en vertrokken richting Koper waar we een koffie zouden drinken en misschien ook iets gingen eten.

Na 5 minuten was het zover en reed ik lek. Als er nu iets is waar ik spreekwoordelijke stenen kloten van krijg dan is het van dit. Bizar genoeg was er niets te zien aan de band en binnenband. Volgend jaar neem ik een deftige pomp mee, dat staat nu al vast. Desnoods hang ik een compresseur achter mijn fiets, maar ik zal een deftige pomp meenemen!

Koper zag eruit als een typisch Italiaans havenstadje, wat ook wel logisch is aangezien de kuststreek 500 jaar lang eigendom was van Venetië. We vonden een geschikt terras waar we een spaghetti bestelden.

Het bleek ook een stadje te zijn waar vreemde mansmensen en afgezette dictators rondliepen. We zagen een man met gezwinde tred voorbij komen met zijn kousen opgetrokken tot aan zijn knieën en bij ons op het terras zat niemand minder dan Zlobedan Milosevitch in zijn jongere versie!!!

Zlobedan!

We reden verder langs de kustlijn met als eindbestemming Piran. We konden de kustlijn goed volgen, maar waarschijnlijk zouden we nog wel wat moeten klimmen. Voor berggeiten als ons  was dit laatste uiteraars geen probleem.

 Het bleek een prachtig stukje kustlijn te zijn met een moderne dijk en vooral veel monokini!!! Normaal gezien rij ik meestal ergens vooraan maar aangezien mijn ingebouwde tietenradar op volle toeren draaide kreeg ik mijn pedalen amper rond! Als ik er zelfs tijdens dit schrijven aan terugdenk krijg ik witte vlekken voor mijn ogen!

De mooie dijk.

We stopten aan een visrestaurant in Izola waar we een half litertje of twee dronken. De Boris is sinds zéér recent een man van stijl en hij dronk dan ook een rode wijn.

Vlak voor we doorreden stopten we nog aan een plaatselijk supermarktje want die avond stond er niets minder dan en Sloveens spauwpotje op het menu. Onze beren grolden alreeds als oude tijgers!

Na Izola zagen we een heuvel opdoemen en het werd ons al snel duidelijk dat we onze benen opnieuw zouden moeten aanspreken. Er volgden inderdaad nog enkele pittige stukken maar minder zwaar dan de dagen ervoor.

Piran is een stadje dat in een punt in de zee uitkomt en is eigenlijk zeer morantisch. Wat wel goed is want wij zijn zéér morantische zielen zonder enige uitzondering...

Een strand kennen ze niet in Slovenië en iedereen zit daar maar op de rotsen... wat wij dan weer ideaal vonden om onze fietsen tegen te zetten om iets verder de kaart van het bier te kunnen trekken.

In de schaduw vonden we een mooi plekje en er kwam zowaar een ober langs die tevens ook polyglot bleek te zijn, hij sprak meerdere talen en bleek ook nog een ware mensenkenner te zijn, waarover later meer.

We bestelden uiteraard bier (behalve Boris gezien zijn nieuwe status als edelman) en de goede man vroeg ons of we kleine (klenkes) of grote glazen wilden hebben. Uiteraard gingen voor de grote! Hij kwam terug met 1 glas rode wijn en 4 literpinten pils. Ik kreeg spontaan tranen in de ogen van zoveel morantiek! Het duurde overigens wel redelijk lang alvorens we deze joekels volledig binnen hadden. Om de Jakke te citeren: “dan zit er precies nog een kletske in en dan is da nog nen halve liter”. Tijdens het drinken kwam er ook nog een hond tegen de Krikke zijn zakken pissen. In mijn ogen had dit al veel eerder moeten gebeuren.

Literpint.

Toen we afrekenden ging onze vriend de ober nog eerst wat 'socializen'. Maar bleek dat hij een arendsoog had qua leeftijd raden: hij wist ons te zeggen dat de Jakke dezelfde leeftijd als Alex Czerniatinski heeft! Voor de jongere lezers: Czernia is 50....

Na het bier kropen we opnieuw op onze fiets. We dachten dat we nog moesten klimmen, maar we konden gewoon de kustlijn volgen. We reden eerst door Portoroz, wat een mondaine badplaats bleek met casino's en chique hotels waar wij nooit zouden mogen binnenkomen, wat maar goed is ook.

We vonden iets verderop een camping, vlak naast een kartingparcours. Max en ik gingen eerst nog snel naar de supermarkt voor bier en chips want we vreesden wederom dat we tekort gingen komen. Aan de supermarkt hing een bord met daarop de melding “Nadstropje”. Wat zou de betekenis hiervan zijn?!?

Terug op de camping konden we beginnen aan de aperitief met bijhorende hapjes. Als voorgerecht aten we goulashsoep uit blik die we twee jaar ervoor hadden gekocht en die dan ook al twee jaar in mijn keukenkast stond, behalve vorig jaar aangezien ze toen mee op reis is geweest naar Nederland. Na deze 'berezen' soep gegeten te hebben gingen we over tot het samenstellen van het Sloveens spauwpotje.

Sloveens spauwpotje.

Boris is met de jaren alleen maar spaarzamer geworden al verdenk ik hem er ook van om gewoon te lui te zijn om spullen in te pakken alvorens een fietsreis. Zo had hij dit keer wel zijn gebruikelijke 'creemdoos' bij maar eigenlijk heb ik hem daar niet uit zien eten. Dit keer was het simpel: het blik van de soep was zijn 'gamel' en een gebruikt bierblik was zijn wijnglas. Hij is misschien wel een mens van standing maar hij heeft wel zijn eigen gewoontes. Ik zie hem in elk geval nog niet bij de koning aan tafel zitten.

Boris met zijn servies tussen de benen.

Het spauwpotje was van grote klasse. Als ik mij niet vergis zat er look, worst, kaas, bonen, champignons uit blik en pastasaus in. Enig verschil met het Assisisch spauwpotje was dat de kaas dit keer geen 4 dagen in de Krikke zijn fietszakken had gezeten, wat een minpunt was.

Boris dronk wijn uit blik en het bleef niet bij 1 blikje. We hebben ettelijke malen moeten bijvullen en dit resulteerde dan ook in de enige echte 'lach der waanzin', bekend bij de mensen die al eens op een zondagavond in het Plein aan de hoek van de toog vertoeven. Iets later volgde dan ook een precisiespauw. Wij dachten dat alles er opnieuw ging uitkomen maar we waren vergeten dat de Boris een maag van beton heeft die slechts sporadisch iets lost. Ook nu weer: er kwam een precisiespauw en iets daarna een boer die galmde tot in zijn lendenen. Meer kwam er niet! Integendeel, hij vroeg om zijn blik nog eens bij te vullen!!! Het moet wel gezegd zijn dat de geur die uit zijn maag kwam van een grote kwaliteit was. Het was precies of we terug aan tafel zaten. Op zijn best is Boris nog steeds onovertroffen!

Kilometers: 40

 

Donderdag 25 augustus 2011: Portoroz - Ljubljana

Bij het opstaan voelde we ons traditiegetrouw kiplekker. Het plan voor vandaag was om terug in Ljubljana te geraken. We zouden hiervoor wel gebruik moeten maken van het openbaar vervoer, wat bij enkelen onder ons weer voor de nodige stress en gemoes zou zorgen. Onze trein zou vertrekken vanuit Koper.

We gingen eerst terug langs de 'Nadstropje-supermarkt' waar we ons ontbijt zouden verorberen. Max liet hier op het voetpad een dusdanige scheet, niet wetende dat een oud moeke vlak achter hem stond. Ze rust in vrede.

Nadstropje.

De persoon aan de balie van de camping had ons verteld dat we, om in Koper te geraken, niet meer terug moesten over de heuvels maar dat er tunnels waren aangelegd die door de heuvels gingen. We gingen dit eerste eens navragen bij de plaatselijke toeristische dienst en dan vertrokken we.

We moesten eerst voorbij een theater rijden waar blijkbaar repetities aan de gang waren. Iets erna moesten we een helling op van dik 15%. Die snullen van Sloveniërs hadden dus de tunnel laten beginnen iets onder de top van die heuvel!

De tunnel bood ons een aangename verkoeling en uiteraard deden we ons traditioneel en religieus ritueel: het zingen van het Lam Gods. Het klonk weer alsof er een aantal jonge castraten door een tunnel liepen. De tunnels waren echter redelijk vochtig en groezelig. Maar goed, we moesten de beklimmingen niet meer doen en we reden door een adembenemend landschap.

In Koper was een station iets buiten het centrum. In Slovenië is de trein echter geen belangrijk transportmiddel en dat was er ook aan te merken: de trein waar wij uiteindelijk mee vertrokken stond daar een dikke 2 uur stil en werd ondertussen wat schoongemaakt door 3 vrouwen. Dit wil dus inderdaad ook zeggen dat wij daar ongeveer 2 uur op een terras aan het station gezeten hebben en dit klopt ook. Ik moet hier wel bij vermelden dat we wel mooie dingen gezien hebben tijdens het bierdrinken: een Duits koppel die samen 400 kilo wogen wat een teken van welstand is, een vent met zijn t-shirt opgeknoopt alsof het een topje was en de garcon had veel weg van de bultenaar van Notre-Dame. We hebben ons dus geen moment verveeld.

Onze trein.

We kregen onze fiets zeer vlot op de trein, alle stress was voor niets geweest. De trein was er zo één met aparte couponnekes en met 'cateringservice'. Uiteraard bestelden we bier. Airconditioning was er niet, maar voor ons was dit geen probleem: wij trekken gewoon wat meer kledij uit. Uiteindelijk zat er toch geen volk in onze buurt. Wat we wel zagen was een selectie van het prachtige landschap van Slovenië. Alleen al voor het uitzicht zou je deze treinrit aanvatten.

Zicht van op de trein.

We gingen niet uitstappen in Ljubljana maar in Borovnica, wat iets voor Ljubljana ligt zodat we nog wat konden fietsen.  Toen dit station naderde begon ons stresspeil te verhogen. De voorbije stations hadden we ook al fietsers zien afstappen, zonder hulp en niet op het perron maar op de sporen! Zij hadden echter wel geen bagage bij en zodoende stond het stresszweet ons in de bilnaad.

We stonden in het compartiment waar de fietsen stonden in ware para-stijl te wachten tot het station van de waarheid. Vlak voor we er waren kwam de conductrice en een man ons warempel helpen en zodoende was alle stress voor niets.

Aangekomen in Ljubljana reden we eerst wat rond en Max kwam al snel tot het besluit dat het een stad was die precies was opgetrokken uit suiker en siroop. Voor het pleintje waar we stonden klopte dit wel maar we moesten toch ook direct tot de constatatie komen dat er daar veel vrouwelijk schoon rondliep. Een traan kwam in onze ooghoek. Was dit een allergische reactie?

Gezien het uur gingen we op zoek naar de camping. Deze lag net buiten het centrum. We vonden ze vrij gemakkelijk en Max ging nog snel naar de winkel voor frisdrank en wijn. Eten zouden we op de camping doen.

's Avonds in het restaurant kregen we te maken met een snul van een ober. Het zal wel een goede jongen geweest zijn maar als ge het niet kunt geef dat dan toe. Onze soep kwam goed aan, we aten allen champignonsoep en deze was lekker. Maar hierna begon de miserie: hij vergat de shrimp salad van de Jakke, ik had geen vork en vroeg ernaar en kreeg een lepel en een mes en als toemaatje vroeg de Krikke gekookte aardappelen en kreeg hij uiteindelijk frieten.

Om al deze miserie te vergeten hadden we gelukkig nog een laatste kaart in handen en deze zouden we zeker nog trekken: de kaart van de wijn!

We vonden een geschikt terras niet ver van onze tent en waar we wat afgelegen waren van de rest van de camping. Boris was echter zeer moe en ging al slapen. Volgens mij had hij echter andere plannen...

Het was gezwellig op ons bankje: we hadden wijn en vertelden de verhalen en moppen die we al jaren vertelden, meer moet dat voor ons niet zijn. En als we moesten gaan pissen dan deden we dit iets verderop in de haag. Maar toen het vatteke aan zijn laatste centiliters toe was besloot de Krikke dat al dat zeiken op lange afstand niet meer nodig was en hij stond recht en zeek naast de bank! Voorwaar een mooi moment!

Aangezien de wijn op was en het daar naar pis begon te ruiken gingen we maar slapen, uiteindelijk zou de dag erna den 'bloemmeké' volgen in het centrum van Ljubljana.

Toen we aan de tent kwamen hoorden we 'opeens' (we waren al anderhalf uur weg) Boris zeggen 'maar allee wat is dat hier nu'? En toen we de tent open deden kwam er een kat uitgesprongen. Die dekselse Boris ging vroeger slapen omdat hij moe was maar volgens mij had hij gewoon een mooi poesje op het oog. Ni waa zeker!

Kilometers: 50

Vrijdag 26 augustus 2011: Ljubljana

Na een vredige nachtrust gingen we de stad verkennen, maar eerst gingen we ons verfrissen. Ik had het genoegen om getuige te zijn van een Hollands koppel dat het lumineus idee had om zonder boventent te slapen en 's ochtends geil te worden en dat te vieren met een nummertje. Het knappe was ook dat ze vlak naast het pad lagen waar iedereen moest passeren om naar het sanitair te gaan. Ik heb nog nooit zo traag gestapt als die ochtend.

Toen in terugkwam zagen we een rijke Duitser aan zijn 'Kampfmobil' prutsen. Bleek dat dit zo een groot machien was dat de achterkant gewoon een garage was waar een Smart werd binnengereden. Na dit schouwspel waren we klaar om de stad te gaan verkennen. De Krikke had zelfs speciaal een hoed gekocht om als toerist door de stad te kuieren (zie inleiding).

We namen het openbaar vervoer naar de stad en daar aangekomen besloten we aan cultuur te gaan doen. Onze culturele gids, de Jakke (aka Kokosmat), had een burcht op een heuvel gezien en vond dat we daar zeker naartoe moesten gaan. Het bleek een stevige beklimming en wederom stond het zweet in onzer bilnaad. Van op de Burcht hadden we een prachtig zicht op Ljubljana maar voor de rest was er niet bijster veel te zien. We zijn echter wel in een kapelleke geweest waar Boris een knoert van een scheet heeft gelaten. Tijdens de afdaling naar de stad volgden we een vrouw die duidelijk veel liever bij ons had vertoefd in plaats van bij die snul waar ze nu bij was. Dit kan echter ook maar een gedacht zijn.

Zicht vanuit de burcht op de stad.

In het stadje werd het hoog tijd om eerst iets te eten alvorens de kaart van het bier te trekken. We kozen voor de plaatselijk keuken: kebab. Tijdens het eten van deze maaltijd zagen we een prachtkind met ogen als helder glas, net een Arabische prinses. Subtiel trokken we er een foto van voor het nageslacht.

De Arabische prinses.

Hierna gingen we op zoek naar een kroeg waar we de kaart van het bier eventueel zouden kunnen trekken, we zijn nogal kieskeurig. We vonden een kroeg in een zijstraatje in het centrum. Het was niet gemakkelijk om daar onze weg te vinden aangezien onze ogen nogal wazig stonden van de tranen veroorzaakt door geilheid. Desondanks vonden we een gepaste kroeg en we nestelden ons op het terras naast twee plaatselijke marginalen. De Jakke was uiteraard vermoeid van al die hetze en viel al snel in slaap. Ik was precies met zijn broer, Yves, op café. Die valt namelijk ook altijd in slaap, weliswaar pas in het laat van de avond en niet in de namiddag. Boris en ikzelf kregen ook opeens een puberale zin in cocktails, iets wat niet direct onze gewoonte is. Desondanks dronken we er toch enkele.

Met de Jakke op terras.

We gingen onze laatste maaltijd in Slovenië zelf maken en deze maaltijd zou voornamelijk uit bonen bestaan. We moesten dus terug naar de camping maar uiteraard zouden we nog terugkomen.

Op de camping aangekomen gingen de Jakke en Boris een 'slaap der lijken' doen. Ik heb mezelf stillekes op de achtergrond gezet en niet teveel laten merken dat ik bij hen hoorde. De foto's spreken voor zich.

Slaap der lijken.

We aten de geniale bonen-maaltijd en waren klaar voor de nacht, hoe kort die ook zou blijken te zijn. Tijdens het avondeten kwam de plaatselijke vuilkar het vuil ophalen en opeens zagen we mogelijkheden: wat als we nu eens een vuilkar uitbouwen tot onze hoogstpersoonlijke mobilhome? Het zou in elk geval een nieuwe wereld voor ons openen.

We kwamen aan in het centrum van Ljubjana en zochten naar een geschikte kroeg. Eerst dronken we een bier aan een kraam zoals het centrum daar vol van stond. We dronken het bier op de brug waar we keken naar het plaatselijke vrouwelijk schoon. Het moet gezegd zijn: Sloveense vrouwen zijn onovertroffen. Allemaal gekleed in sexy kledij en één voor één bloedmooi. We kregen er tranen van in de ogen en hadden in onze broek kunnen doen, puur van geilheid. De gemiddelde Belgische vrouw zou hier met een baksteen rond de nek in de rivier gesmeten worden: te lelijk om dood te doen.

Maar goed, na al dat gegeil was het tijd om onze zoutreserves terug op peil te brengen en we gingen op zoek naar een geschikte kroeg. We vonden ze en dronken hier Guinness en aanverwanten. Boven op de heuvel zagen we een soort discotheek maar besloten hier niet naartoe te gaan

Uiteraard waren er ook weer Engelsen aanwezig en zoals steeds moesten ze weer kunnen laten zien hoe het nu ook weer juist komt dat ze verbannen zijn naar dat eiland. In het midden van de drukte en de terrassen vonden zij het nodig om rugby te spelen op de straat. Niet zozeer het fysieke contact maar dan wel het zover mogelijk wegstampen van die bal. Iedereen was zeer tevreden dat onze zatte, niet-tegen-bier-kunnende Engelse medemens hier weer op vakantie was.

We gingen dan nog maar eentje drinken in het café waar we eerder die dag ook al gezeten hadden. Vanbinnen bleek dit een zeer leuke, bruine kroeg te zijn. Alleen spijtig dat er geen volk was. We gingen dus nog maar eens verder kijken na eerst uiteraard iets gedronken te hebben.  

Max en ikzelf waren ondertussen ook geweldige fan geworden van de kraampjes langs de kant van de straat en uiteraard moesten we daar nog ene gaan drinken. De Krikke moest geen bier meer hebben omdat hij schrik had om zo bijvoorbeeld op een bus te moeten spauwen. Nochtans weet ik dat hij dit kan zonder de buschauffeur te alarmeren, maar goed.

Ljubljana by night zou goed moeten zijn en zodus gingen we op zoek naar een geschikte kroeg. We kwamen echter tot de vaststelling dat er niets meer open was. Het was 1 uur en er was niets meer te zien. We hebben nog een stevige wandeling gemaakt om toch nog iets te vinden maar al snel zaten we in de buitenwijken van de stad en hebben we maar een taxi genomen naar de camping. Jakke, Krikke en Boris namen de eerste taxi en Max en ikzelf namen een taxi die we iets verderop vonden. Mooi is wel om te constateren dat wij ons dik in het zak hadden laten zetten en het dubbele betaald hebben dan de anderen. En zij hebben dan nog naar kerkmuziek mogen luisteren in de taxi!

Ljubljana by night.

 

Kilometers: 0

 

Zaterdag 27 augustus 2011: Ljubljana – camping - Munchen

Het plan van de dag was om naar de camping te rijden waar ons busje stond en van daaruit naar München te rijden, kwestie van op zondag niet zoveel kilometers te moeten doen. De fietstocht naar daar was slechts 15 kilometer en de Jakke vond dat dit niet de moeite was om zijn koerskledij aan te doen. Gevolg was dat hij kletsnat van het zweet op de camping aan kwam.

Onderweg, vlak voor de camping kwamen we ook een parade tegen van oldtimers met achteraan 2 takelwagens, een ziekenwagen en een brandweerwagen. Voorbereid zijn ze daar wel in elk geval.

Op de camping aangekomen moesten we eerst het staangeld van ons buske betalen. Ik dacht dat dit de volle 7 euro was. Toen we naar onze standplaats reden reed die gore Boris recht in het nudistenkamp. Gelukkig lag hier niet al teveel volk en zijn er geen gewonden of misbruikten gevallen.

Het buske stond er nog en nog belangrijker: de wielen en de carrosserie waren er ook nog.

Het afscheid van Slovenië viel ons zwaar. Het was toch een mooi land. Zwaar om te fietsen, maar wel prachtig van natuur en vrouwmensen. Ieder van ons was er van overtuigd hier ooit nog terug te komen.

Het was ook afscheid van het goede weer. In België hadden we al lang zo'n rotzomer niet meer gehad en het contrast met Slovenië was gigantisch. Toen we echter door Oostenrijk reden kregen we een storm op ons dak waardoor we wisten dat het over was met het mooie weer. Het leek net of we in de wolken zelf aan het rijden waren, waarschijnlijk was dit ook gewoon zo.

In München vonden we een pension, niet ver van het centrum. Het plan was om op deze allerlaatste avond München nog onveilig te maken.

Ons buske hadden we twee straten verder staan en het eerste plan was om de fietsen er gewoon te laten opstaan, ze stonden toch vast. Gelukkig konden we ze op een koerke zetten in het pension. Toen we onze fietsen van de bus haalden stond Boris te pissen tegen een boom, met zijn spel in de foute richting!

De Jakke en de Max hadden een ware bruidssuite met een badkamer op hun kamer: een ongekende luxe! De rest, wij dus, moesten het stellen met een kamer met een lavabo en een gemak en douche op de gang. Naar goede gewoonte hadden we wel het plan opgevat om 's nachts in de pompbak te pissen (zie Holland 2010, Gouda).

In het centrum aangekomen gingen we uiteraard eerste op zoek naar iets om te eten. Als je in Beieren bent moet je niet gaan eten in de één of andere ordinaire Mc Donalds of kebabzaak of wat voor fast-foodgezever dan ook. Nee, je moet traditioneel Beiers eten gaan proeven. Keuze genoeg in elk geval. Zowat elke hoek van de straat was voorzien van een dergelijk restaurant. We gingen hier dus binnen en kregen direct af te rekenen met een zenuwachtige serveuze die alleen maar goed wou doen. Ze had traditionele klederdracht aan en witte kousen, een ware bom. We bestelden een halve liter Weibenbier, Broodsoep en een Beierse Platte voor 5 personen. De broodsoep was al een maaltijd op zijn eigen en dan moest de rest nog komen. Wat kwam was genialiteit op een ijzeren plaat: zuurkool, patatten en hopen vlees exclusief van het zwijn. We gingen buiten met magen die meer dan gevuld waren.

Vleesmaaltijd.

Uiteraard was er nog tijd om iets te gaan drinken. We zagen een kroeg en wilden naar binnen gaan maar er stonden twee zatte wijven buiten aan de kroeg die het niet konden verkroppen dat Max naar binnen ging zonder aan hen toestemming te vragen. Tenminste: zo zag ik het. Ze stonden gewoon met hun dikke reet in de weg en Max ging tussen hen door zonder lastig te doen maar blijkbaar zullen ze in hun vetrand gevoeld hebben dat er iets passeerde en ze voelden zich zo goed dat ze hier wat lastig over moesten doen. Ik kan begrijpen dat, als je zo'n dikke reet hebt, dat je denkt dat de wereld rond u draait maar wij doen daar niet aan mee. Zodoende zijn we daarnaast iets gaan drinken., we zouden daar achteraf wel tegen de gevel gaan pissen en de ruit insmijten, wat een verstandige beslissing zou zijn. 

De vrouw die ons bediende was een typische Deutsche Freuhle. We bestelden bier en ze vroeg ons direct of we daar niets extra bij moesten hebben, Schnaps bijvoorbeeld. We laten ons niet direct kennen en we bestelden Schnaps voor 4. Ik denk dat de Krikke gepast heeft. Achteraf bleek hij de enige slimme van ons allemaal. We kregen Schnaps met de volgende smaken: rode biet, champignons, anijs en nog iets pikant. Gevolg was dat we ons bier het volgende half uur niet meer konden proeven.

Boris was wederom moe (en dit keer zonder een poes in de buurt te hebben) en nam een taxi naar het hotel.

We gingen dan nog maar op zoek naar eens iets anders om iets te drinken en vonden een soort discotheek. We hadden binnen gemogen als de Jakke een broek ging kopen. Hij had namelijk een korte broek aan. Nochtans kon je daar in de buurt genoeg lederhosen kopen, al zijn dat ook korte broeken natuurlijk. Er waren hier ook wel wat mensen die gewoon uitgingen in die traditionele klederdracht

Uiteindelijk vonden we alsnog een kroeg waar het centrale thema de koers was. Er hingen foto's van coureurs op en er werd koers gespeeld op de tv. Hier voelden we ons wel thuis.

We gingen terug met de U-bahn en hadden traditiegetrouw wederom een discussie over de evolutie van het openbaar vervoer en de visie van de Jakke op de noodzakelijke uitbouw van de autostrada in België. Details ga ik hier niet weergeven. Weet wel dat de Jakke altijd gelijk heeft, ook al weet hij dat hij zo goed als alleen staat in zijn mening:-)

Voor we gingen slapen pisten we nog eens in onze pompbak, deden een schietgebedje dat ons fietsrek nog op de bus stond en vielen vervolgens in een diepe slaap.

 

Zondag 28 augustus 2011: München - Heist

We ontbeten in het pension zo vroeg mogelijk. Toen we onze fietsen gingen halen bleek dat ik er een stevige bierscheet had opsteken. Het zou nog zo blijven tot diep in Duitsland. Mijn medereisgenoten aanbaden mij als was ik een jonge god!

We waren tevreden om te zien dat ons rek nog op de bus stond, maakten onze fietsen erop vast en reden richting Heist.

Over de autorit valt niet veel te vertellen. Behalve dit: onderweg gingen we nog iets eten, sommigen een broodje, sommigen iets meer Duits gericht en vettiger. Boris nam hierbij een biertje. Achteraf bleek dit een alcoholvrij bier te zijn: SNUL!!!!!

Toen we de Belgische grens overstaken begon het binnen de 3 km te regenen, typisch.

 

Nawoord

We moeten tot het besluit komen dat het wederom een mooie reis was met vele memorabele momenten, bier, schone vrouwen, tranen in de ogen en marginaal gezever. Het was met andere woorden weer zeer mooi en voor herhaling gathaar.

Slovenië is een prachtig land waar vele andere landen nog een puntje aan kunnen zuigen. Wat we wel kunnen zeggen is dat het in deze tijd van het jaar niet evident was om daar te fietsen.

Er zijn nog een aantal uitspraken die ik niet direct in het verslag kon plaatsen omdat ze zo alom tegenwoordig waren maar ik wil ze hier toch nog weergeven, kwestie van ze nadien niet uit het oog te verliezen:

-        We eat bananas every day (met handje),.......

-        Dat is vies (Bassie)!

-        Nen dikke sukkeleer, da zedde gij! Ni waa zeker!

 

Gegroet in elk geval en ik hoop en ben ervan overtuigd dat we ook volgend jaar weer een hoop spannende avonturen zullen beleven.

 

Ni waa zeker!!!!

 

 

Jaak

Antwerpen, september-oktober-november 2011