Fietstocht: Boulogne-sur-Mer - Heist-op-den-Berg

Door Jan Van Roosbroeck.

Eerst even voorstellen.

Jan Hens, oftewel Jaak met zijn artiestennaam. De jongste van het gezelschap. Deze man beschikt over een uitermate grote mond; niet zozeer in de figuurlijke betekenis, maar zeker in de letterlijke betekenis van het woord. Hij gaat er prat op dat hij zijn volledige vuist kan verbergen in zijn mondholte. Inderdaad iets om fier op te zijn; probeer het zelf maar eens! Daarnaast kan hij niet minder dan 52 (twee-en-vijftig) bierkaartjes tussen de tanden geklemd houden en lijkt zijn eetorgaan bijzonder geschikt voor het verwerken van ettelijke hoeveelheden alcoholrijke 'voeding'.
 
 

Dan is er de 'homo gastronomicus', zoals hier afgebeeld. Deze kronkel van de natuur heet Jan De Ceuster, beter bekend onder de naam Boris. Sommigen menen dat deze bijnaam afkomstig is vanwege zijn uiterlijke gelijkenis met Boris Bekker. Anderen zijn de mening toegedaan dat zijn naam afstamt vanwege het overeenkomstig overmatig drankgebruik van Boris Jeltsin. Hoe het ook zij, het mag gezegd dat deze man beschikt over een stalen maag - hij mengt Duvel met chocomelk en geeft geen krimp. Toch is zijn darmstelsel nogal aan de weke kant en soms moeilijk onder controle te krijgen. Dit kan soms kwalijke gevolgen hebben ...
 
 

Vervolgens is er het fenomeen Krikke. Hij gaat door het leven als de man van de twaalf stielen en de bijhorende dertien ongelukken. Hij mag dan graag op reis gaan, zijn beschermheilige - als die dan al bestaat - blijft liever thuis. Zowat elk bot in zijn lichaam is al gebroken geweest; ledematen lijken verankerd alsof ze er elk ogenblik zouden kunnen afvallen. Er wordt dan ook van hem gezegd dat hij met 'haken en ogen' aan elkaar hangt; een uitspraak die men - na een chirurgische ingreep - nu ook letterlijk kan nemen.
 
 
 
 
 
 

Tenslotte hebben we Jan Van Roosbroeck, de auteur van deze tekst die u totnogtoe aan het lezen bent en de derde Jan uit het gezelschap. Hij staat in geen geval borg voor de authenticiteit van deze tekst. Deze slaperige en dromerige figuur is schuw van elke vorm van werken en treedt enkel in actie wanneer er gefeest en gedronken kan worden. Hij ontwaakt meestal pas wanneer het donker wordt.

Deze vier heren met hun roots in en om Heist-op-den-Berg hebben het plan opgevat om met de fiets vertrekkende vanuit Noord-Frankrijk, via de kust, naar Belgie te rijden en zo terug in Heist aan te komen. Het is niet zozeer de sportieve prestatie die bij het gezelschap primeert. Veeleer zijn het de gastronomische uitspattingen waar de meeste aandacht aan besteed wordt.
 
 

DAG 1: naar Boulogne-sur-Mer
zondag 21/7/2002

De 6-daagse fietstocht vat aan op een zondagmiddag in juli, aan het station van Heist. Wat er voorafging is een stevige fuif in Hallaar, georganiseerd door de sjotters van F.C. D'enneke, waar de Chris ook deel van uitmaakt. De bedoeling van vandaag is om met de fiets op de trein tot in Boulogne-sur-Mer, aan de Noord-Franse kust, te geraken. Het traject met de trein gaat via Antwerpen, Lille en zo via Calais naar Boulogne.

De fiets mee op de trein nemen is in Belgie eigenlijk kinderspel. Voor ongeveer 5 Euro mag je de fiets in heel Belgie meenemen in de speciale bagageruimten daarvoor voorzien. Een nadeel is dat je steeds de conducteur moet zien te pakken krijgen om de fiets in te laden want enkel hij kan de deuren van het fietsenhok openen. Daarenboven mogen er in principe geen fietszakken of andere bagage aan de fiets vastgemaakt zijn, waarschijnlijk om diefstal te voorkomen. Je hebt daarom meestal wel wat bekijks als je aan zulk een onderneming begint. Gelukkig zijn onze Belgische conducteurs behulpzaam en laten ze toe dat onze fietszakken er niet afmoeten. Dit bespaart mij althans een heel pak zweet en gevloek. In Lille-Flandres stappen we over van de Belgische trein op de Franse. De Franse trein is een oude rammelbak in vergelijking met de Belgische luxueuze IC-trein. Het is nog een trein waarvan het WC een gat heeft dat direct uitgeeft op de sporen en waarbij er een plaatje hang: 'Verboden het toilet te gebruiken bij stilstand van de trein'. Deze trein is voor ons evenwel het paradijs. Het fietsenvervoer is gratis en je mag de fiets er zelf gewoon 'binnensmijten', niemand die erom maalt. De Franse nonchalance druipt er van af - op sommige plaatsen druipt zelfs nog wat anders - en dit maakt dat we ons onmiddellijk thuis voelen op deze trein.

De aankomst in het station van Boulogne-sur-Mer met de
Franse trein, op maat voor ons gemaakt.

Omstreeks 18.00h 's avonds komen we aan in Boulogne-sur-Mer. Hier start onze fietstocht die ons terug naar het noorden zal voeren. Het is tamelijk mooi weer. Onze magen zijn stilaan hersteld van de vorige fuifnacht en een hongergevoel begint zich van ons meester te maken. Tot groot jolijt passeren we een frietkraam en eenieder bestelt ne stevige frit. Een vergissing, zo blijkt spoedig, want de frit is zo vettig dat hij van onze vork afschuift. Na enkele beten begint mijn maag fel te protesteren en ik moet het ermee op een akkoord gooien door de rest van mijn maaltijd in de vuilbak te werpen.

Nu de innerlijke mens versterkt is, rijden we enkele kilometer de stad uit, langs de kust en nemen de eerste de beste camping die zich aanbiedt. De bazin neemt ons voor 'dappere Belgen', tot ze verneemt dat we eigenlijk alleen maar de trein genomen hebben tot in Boulogne. Een avondwandeling onder een overtrokken hemel leidt ons naar de kust, die bezaaid is met resten van bunkers. Het is een puinhoop van gewapend beton en verroest staal. Het lijkt alsof er tientallen bunkers opgeblazen zijn.

Bunkerpuin bij de kust van Boulogne-sur-Mer.

Een eindje verderop is er een heuvel die totaal ondermijnd lijkt te zijn met nog intacte bunkers. Het brengt ons terug in de tijd en ik probeer me voor te stellen hoe het hier in oorlogstijd moet aan toe gegaan zijn. Voor we in onze tent kruipen, drinken we nog enkele blikjes Jupiler, die ik uit voorzorg had meegezeuld. De Jaak heeft nog enkele blikjes zwanworstjes bij; den Boris is tevreden met het sap van de worstjes.
 
 

DAG 2: Van Boulogne naar Calais (75 km)

's Ochtends brengt de campingbazin ons Frans brood. Den Boris geraakt 2 broden kwijt bovenop zijn fietszakken. Nu lijkt zijn fiets meer op 'Starship Enterprise' en de vrees bestaat dan ook dat hij ons nu aan 'warp factor 9' zal voorbijsteken en achterlaten. Ons kampement wordt opgebroken en de Chris begint naarstig met het wegbergen van zijn slaapzak. De omhullende zak is veel te klein om de slaapzak te bevatten en het neemt hem dan ook evenveel tijd om het ding erin te proppen dan dat wij drieen nodig hebben om al de rest op te ruimen, de twee tenten incluis. Bovendien heeft hij zijn bagage moeten beperken tot een rugzak omdat zijn fiets niet over een bagagedrager beschikt en vergt het hem dus nog extra inspanningen om alles daarin weg te moffelen. Na het nodige gevloek en gemopper, slaagt hij er uiteindelijk in om alles weg te krijgen en begeeft zich richting fiets. Dan realiseert hij zich dat de sleutel van zijn fietsslot nog in zijn lange broek zit en deze bevindt zich onderaan in zijn rugzak. Zodoende begint het spel van voor af aan. Iets later dan verwacht verlaten we de camping.

De tweede dag leidt ons langs de schitterende Noord-Franse kust, met glooiende heuvellandschappen die met steile rotsklippen ophouden in de zee en die her en der bezaaid zijn met bunkers uit de oorlog. We bezoeken eerst nog het Britse soldatenkerkhof van Terlincthun, kort bij onze camping. Het valt ons op hoe goed dit kerhof verzorgd is. Er is geen grassprietje langer dan gewenst en onkruid valt er niet te bespeuren. Het gazon lijkt wel namaak, alsof het een mat is.

Zicht op het dorpje Wimereux en daarachter de
Cap Griz Nez van bij het plaatsje Terlincthun.

In Wimereux eten we ons ontbijt. Ondertussen hebben de broden op den Boris zijn fiets hun kop laten hangen als waren ze gesmolten. De term 'stokbrood' is hierbij niet meer van toepassing. De tocht leidt ons verder langs Ambleteuse en Audresselle, twee kustdorpjes, en vervolgens tot aan de Cap Griz Nez. In Audinghen zijn er een stel gigantische bunkers die deel uitmaakten van de 'Batterie Todt', een Duitse artillerie-site gesticht onder leiding van Dr. Fritz Todt voor de invasie in Engeland. Zijn 38 cm-kanonnen, met een rijkweidte van 42 km, schoten met gemak over het kanaal, dat hier ongeveer 30 km breed is, Engeland binnen. Een bunker is omgebouwd tot een oorlogsmuseum, het 'Musée du Mur de l'Atlantique'. Het is een privémuseum en stelt allerhande oorlogsmateriaal tentoon, waaronder uniformen, wapens, amunitie en kanonnen. Het paradepaardje van het museum is ongetwijfeld een gigantisch en vreeswekkend kanon op rails (kaliber 28 cm), dat nog steeds gericht staat op Engeland. Het weer is schitterend en de lucht is zodanig helder dat we duidelijk 'the white Cliffs of Dover' kunnen zien liggen en dit verklaart meteen de strategische positie van de plaats waar we nu zijn. In de bunker zelf snuift men de geur van de oorlog op. Ik meen er soms zelfs een vreemdsoortig 'mosterdgas' te ontwaren, alhoewel ik hiervoor eerder den Boris of de Jaak verantwoordelijk acht.

Bommen voor Engeland.

Onze tocht neemt ons verder, tot voorbij de Cap Griz Nez, alwaar de Cap Blanc Nez opdoemt. Deze laatste is een witte krijtrots die meer dan 100 m loodrecht uit de zee oprijst. Vanop het strand tussen beide kapen, hebben we een schitterend uitzicht op deze witte bult in de zee. Boris vindt dit het passende moment om zijn torso te ontbloten en het zo prijs te geven aan de zomerzon. Zijn spierwit bovenlichaam is in perfecte harmonie met de krijtrotsen op de achtergrond. De beklimming tot aan de top van de kaap vergt heel wat zweet. Het uitzicht is er prachtig. Voor ons ligt Engeland. Aan onze linkerzijde ziet men de Cap Griz Nez en aan onze rechterzijde ligt Sangatte - de enige plaats waar er wél gaten in de grond zijn vanwege de kanaaltunnel - en verderop Calais. Tijdens de afdaling van de kaap naar het zeeniveau registreert mijn boordcomputer snelheden van niet minder dan 61 km/h.

In Calais zijn we onmiddellijk de weg kwijt, maar de voorzienigheid loodst ons tot aan een reusachtige supermarkt waar men uitsluitend alcoholhoudende dranken verkoopt. Dit is de ideale gelegenheid om een voorraadje bordeaux op te slaan voor de komende avond. We laten Calais voor wat het is en trekken verder noordoostwaards, waar we een camping vinden in het plaatsje Les Hemmes. De kilometerteller geeft een totaal van 75 km aan voor vandaag.

Het campingrestaurant is gesloten maar het personeel verwijst ons door naar 'La Boudinière', een eetgelegenheid even verderop. Het menu bevat uitsluitend vleesgerechten; Boris experimenteert en bestelt een 'Potje Vleesch', een gerecht dat men in deze contreien serveert. Het blijkt een gelei-achtige brij te zijn die stukken koud vlees bevat. Het zal hem nog lang heugen.

's Avonds komen we tot de orde van de dag. Het vatje bordeaux wordt geopend en de wijn stroomt rijkelijk. Wanneer Boris opeens een dringende boodschap moet gaan 'plaatsen', gaat hij naarstig op zoek naar de rol WC-papier. De Jaak, altijd wel te vinden voor een 'practical joke', trekt hierop de broek van Boris naar beneden. Onze buren - twee Duitsers - merken de hilariteit in ons kamp en schijnen met hun licht in onze richting, recht op de achterkwartieren van onze vriend. Hierop roepen ze uit: 'Ein full moon, we saw ze full moon !'.

Onze Duitse vrienden na het volle-maan voorval.

De Duitsers zijn hier op vakantie en hebben als doel ieder jaar een stukje van de 'Atlantic Wall' te bezoeken. Dit is het bolwerk van bunker- en artillerie-sites die hun voorvaderen langsheen de Europese Atlantische kust gebouwd hebben tijdens WOII ter verdediging van het nazi-rijk. Ze hebben hun auto - een volkswagen break - volgeladen met eten en drinken uit Duitsland. Zo willen ze niet voor verrassingen komen te staan. Ze bieden ons blikjes pilsbier aan die men kan vinden in de Aldi supermarkten.
 
 

DAG 3: Van Calais naar De Panne (60 km)

Nachtelijke uitspattingen zoals die van gisteren eisen natuurlijk hun tol. Een bonzend hoofd en een droge mond zijn onder meer het betaalmiddel. Tegen de middag aan pakken we schoorvoetend onze bullen. De Duitsers doen hetzelfde. De Chris, die de vorige avond voor een tweede maal de wijn door zijn keelgat zag passeren, verliest een contactlens die na enig speurwerk teruggevonden wordt. Dan volgt het voor hem gebruikelijke ritueel: het gevecht met de slaapzak.

Een dagelijks ritueel: Chris die worstelt met zijn slaapzak.
Bij deze uitvoering blijft U nog gespaard van het vele
gevloek en gemopper dat daarmee gepaard gaat.

De glooiende heuvels van de vorige dag hebben nu plaatsgemaakt voor een vlak landschap. Eerst nog pittoresk, daarna gaat het over in een grauw industriegebied nabij Dunkerque. Er waait vandaag een stevige zuidwester en de hemel is overtrokken. De wind geeft ons een stevig duwtje in de rug en maakt dat we gemakkelijk snelheden halen in de buurt van 30 km/h. Er wordt geluncht op een perkje bij een supermarkt nabij het stadje Gravelines. De wind is zodanig sterk, dat we beschutting moeten zoeken achter een paar struiken.

Tegen de avond aan is de Belgische grens nabij. In het plaatsje Bray-Dunes wordt halt gehouden om vochtrijk voedsel tot ons te nemen. We bevinden ons in een interessant café, dat tegelijk dienst doet als dagbladwinkel. Het barmeubel strekt zich uit van in het café-gedeelte tot in de dagbladafdeling, waar bierviltjes en tapkranen plaats maken voor kranten, tabak, lottoformulieren, dag-, week-, roddel-  en blootbladen. Dit huis beschikt bijgevolg over vele verleidingen des levens. Het grappige aan dit vreemdsoortige etablissement is dat er twee verschillende deuren zijn om de 'winkel' te betreden, alsof het een middel is om buitenstaanders op het verkeerde been te zetten. Je kan in dit dorp dus een ogenschijnlijk onschuldige boekenwinkel binnenlopen en vijf uur later doorzopen het pand weer verlaten.

Als we kort daarop de Belgische grens oversteken, geeft dit aanleiding tot enige euforie. Sommigen kussen zelfs de Vlaamse grond. We leefden als God in Frankrijk, maar 'there's no place like home'. De aankomst in De Panne wordt vorstelijk gevierd met een bourgondisch avondmaal op de zeedijk. Vandaag reden we een afstand van ongeveer 60 km. Op het moment dat de ober onze Brusselse wafels en pannekoeken brengt, verliest Chris voor de tweede maal vandaag een contactlens. Niet bepaald de beste plaats en het gepaste moment: er staat nog steeds een felle wind, de ondergrond is zanderig en het nagerecht wordt koud. De ober helpt in de zoekactie maar vindt slechts een glasscherf. 'Probeer dit eens', lacht hij. Uiteindelijk wordt de lens teruggevonden, helemaal onder het zand.

Wanneer de avond valt, wordt er weerom overgegaan tot de orde van de dag. Een stapje in het nachtleven van De Panne. Jaak en Boris, verontwaardigd over het oude-wijven tempo waarmee ploegmaats Chris en mijzelf drinken, demareren met behulp van sterke drank. De Panne slaapt als wij zingend in onze tenten kruipen.
 
 

DAG 4: Van De Panne naar Cadzand (85 km)

Er waait nog steeds een stevige zuidwester vandaag en de hemel is overtrokken, maar af en toe steekt de zon haar kop op. We zullen vandaag proberen om de hele Belgische kust af te rijden tot in Nederland. Een weg die qua afstand haalbaar moet zijn maar die qua gastronomische verleidingen moeilijk te weerstaan zal zijn want de Belgische kust is - en dat weet natuurlijk iedere Belg - een schier-eindeloze aaneenschakeling van allerlei horeca-zaken. De gehele Belgische kust op 1 dag voorbij zien passeren is bijgevolg een beetje te veel van het goede. Onze eerste ankerplaats is Oostduinkerke, nauwelijks 6 km voorbij De Panne. Het zou echter ongehoord zijn om hier voorbij te rijden want de familie van de Jaak heeft hier een appartement en ze hebben ons uitgenodigd voor een bezoekje.

Na deze eerste halte, fietsen we direkt door tot in Oostende, waar we eigenlijk al zo goed als halfweg de gehele Belgische kust zijn. Hier is het tijd voor een ijskreem. Het worden stevige Dame Blanches en Coupes Brésiliennes - kwestie van voldoende calorieen voorradig te hebben voor de nog te leveren inspanningen. De volgende halte is al Knokke-Heist - het einde van de Belgische kust -, waar we een pizza eten in de Pizza Hut. Ongetwijfeld werden we in onze keuze geleid door de gelijknamige zomerhit.

Omdat vuile kampeerders in Knokke al even ongewenst zijn dan frigoboksen, zoeken we ons heil in Nederland. Net voorbij het Zwin, in Cadzand, is er een 'mini-camping' bij een boerderij waar we een schoon pelouseke toegekend krijgen om ons tentenkamp op te stellen. De teller geeft 85 km aan voor vandaag. De Belgische kust - een fenomeen dat we vanuit ons standpunt als fietser even snel zagen opkomen als vertrekken - is nog slechts een herinnering. We zitten terug in de natuur.
 
 

DAG 5: Van Cadzand naar Overmere (90 km)

Vandaag verlaten we de kust en koersen we huiswaarts - of beter gezegd Heistwaarts. Eén topper hebben we nog in het verschiet: nee, niet Sluis maar wel Gent. Het zijn namelijk Gentse feesten. Hier willen we wel eens een kijkje gaan nemen.

Langs landelijke Hollandse wegen en via het dorpje Oostburg wordt Belgie opnieuw bereikt. Gebruikelijkerwijs wordt de grond gekust. St. Margriete is het eerste Vlaamse dorp dat we tegenkomen en dat wordt gevierd met menig trappist. In de vroege namiddag bereiken we Gent, waar we plaatsnemen op een terrasje op de Vrijdagmarkt. Ruim drie uur later, rond 17 uur, nemen we terug plaats in het zadel. Tot dusver onze Gentse feesten.


Feest in Gent.

We volgen nu een tijdje de oever van de Schelde. Tegen de avond aan nemen we afscheid van de Chris. Hij heeft morgen een afspraak met zijn companen van de voetbal want ze gaan de winst - verkregen met de fuif van vorig weekeinde - tijdens het komende weekeinde opnieuw verbrassen. De Chris is van plan om vandaag nog helemaal tot in Putte te rijden. Maar aangezien het al laat is, zal hij waarschijnlijk nog ergens de trein moeten nemen. We beloven de Chris dat we een zoekactie zullen opstarten als we - na het weekeinde - zouden vernemen dat hij niet gesignaleerd werd. Na het afscheid, vervolgt hij zijn weg langs de Schelde terwijl wij een camping gaan zoeken aan het Donkmeer in Overmere. Zullen we de Chris ooit nog weerzien ?

Ofschoon niemand van ons er ook nog maar van gehoord heeft, is het Donkmeer dé toeristische trekpleister van deze regio. Althans zo beweren de lokalen hier. Naar het schijnt moet het dorp er uitpuilen van de campings. De camping waar wij terechtkomen is er een met voornamelijk stacaravans en het trekt een wel bijzondere soort van mensen. De camping heeft een bar - niet veel groter dan een gemiddelde badkamer - en hier mengen we ons met de plaatselijken. Als de bar gesloten is, ledigen we onze laatste blikjes bier aan onze tentjes. De tocht van vandaag bedroeg 90 km.
 
 

DAG 6: Van Overmere naar Heist-op-den-Berg (72 km)

De laatste etappe van onze Tour zetten we aanvankelijk verder langs de Schelde-oever. In St.-Amands verlaten we de Schelde en trappen we richting Puurs en Willebroek. Vandaar zijn we nog maar een steenworp van Mechelen verwijderd en het duurt niet lang of we bevinden ons op 1 van de terrasjes van de Mechelse Vismarkt. De serveuze lacht smalend wanneer ik een Cécémel bestel, het enige niet-alcoholische drankje.

De blijde intrede in Heist.

Tenslotte arriveren we terug in Heist, na een tocht van 72 km. De euforie is groot; we hebben het gehaald. Weerom wordt de grond gekust. Op de teller staat een totaal van ongeveer 400 km, gerekend van in Boulogne-sur-Mer. Volgend jaar - en dat beloven we nu al - gaan we voor een fietstocht met als eindbestemming Santiago de Compostela !
 
 

____________________________

Jan Van Roosbroeck
Februari 2003